De zaterdag van….

Hij was raadslid van Doe mee! tot 1 oktober 2019. Nu volgt hij het politieke leven vanaf de zijlijn. Wie is hij, wat trekt hem in de politiek en hoe kijkt hij naar Doe mee! Je leest het in de zaterdag van Ruud den Haak.

 

Paspoort
Geboren: 5 oktober 1985
Woonplaats: Streefkerk
Gezin: Single
Werk: Controller, Gemeente Rotterdam – cluster Stadsbeheer
Vrije tijd: voetballen, hardlopen, zwemmen, penningmeester VV Streefkerk en verre reizen maken.

 
 

“Mijn zaterdag staat altijd in het teken van de voetbal. Tegenwoordig speel ik zelf in het derde van Streefkerk, een vriendenelftal. Dan is het lekker een potje voetballen, daarna naar het eerste kijken en een biertje drinken. De voetbal is al zo’n 30 jaar mijn leven op de zaterdag. De voetbal en ook zeker de gezelligheid er omheen. Dat is ook soms ’s morgens een bardienst draaien en naar de jeugd kijken.”

Alleen de zaterdag?

“Nee hoor, de voetbal draait ook doordeweeks gewoon door. Ik zit in het bestuur en dan zijn er ook andere zaken te regelen. Zeker nu in Coronatijd.  Ik train zelf het derde en dan komt het allemaal wel samen op die zaterdag. De voetbal is zaterdag een ontmoetingsplek voor heel Streefkerk. Het sociale gebeuren eromheen vind ik net zo belangrijk als het spelletje zelf. Ik kom dan het halve dorp tegen. Ik ken al die mensen en nu missen zij het ook écht. Ik ook, maar dat geldt met name voor de ouderen. Die ontmoeten elkaar écht bij de voetbal. Het leuke van Streefkerk is, dat jong en oud en met elke achtergrond goed met elkaar omgaan. De voetbal speelt daar een centrale rol in.”

Hoe kom je die zaterdag dan nu in Coronatijd door?

“Wisselend. Nu sport en wandel ik op de zaterdag. Ik heb ik er nu een dag bij gekregen. Ik heb zelfs tijd om een boek te lezen, maar ik mis die gezelligheid. En ik heb afgelopen zomer zelf mijn tuinmeubels gemaakt, heel rustgevend.”

Mooi bruggetje naar je werk. Drukke baan, waar zit dat in?

“Ik heb een financiële adviesfunctie. Ik adviseer de directie de gemeente Rotterdam, en dan specifiek cluster Stadsbeheer. Dat gaat over de hele fysieke buitenruimte van Rotterdam, de afvalinzameling, toezicht & handhaving, etc… Dit is een organisatie van 3.000 man. Ik geef leiding aan een team van 5 mensen, waarin we adviseren en ook richting geven aan het bestuur. Wij moeten met elkaar op de centjes letten. Daar zijn best wel uitdagingen. Niet alles kan en dat is ook het leuke. Ik zit daar ook dicht op de politiek. In die omgeving voel ik me thuis.

Het leuke aan Rotterdam is, dat ze niet zeiken maar gewoon aan de slag gaan. Het is een prachtige stad om voor te werken. Kijk alleen al hoe Rotterdam de afgelopen 20 jaar is veranderd.

Is dat ook de reden, dat je hier in de politiek terecht gekomen bent?

“Nee, dat komt van huis uit. Mijn vader is 24 jaar raadslid geweest. Ik ben na mijn studie lid geworden van de PvdA. Al snel ben ik ook actief geworden. Bij de verkiezingen van Molenwaard werd ik met voorkeurstemmen gekozen in de raad. Dat was mooi, want mijn vader vertrok uit de raad en ik nam het stokje over. Het mooie was ook, dat ik aan hem ook kon vragen hoe het werkte.”

Hoe kijk je terug op de Molenwaardse tijd?

“Het was een herindelingsverkiezing. Wat je ziet, is dat als je een grotere gemeente wordt, dat je ook meer voor elkaar kunt krijgen. Meer geld en een beter ambtenarenapparaat. Je hebt de kans om dingen op te lossen. Ik deed het sociale domein. Dat was een interessante tijd, de tijd van de vluchtelingencrisis met de opvang in Bleskensgraaf. Mooie dingen om mee te maken. We zaten toen als kleinste en enige niet-christelijke partij in een brede coalitie. Dat is nu ook het verschil met Doe mee! We zijn nu de grootste, dus dan krijg je meer dingen voor elkaar.

Lokale zaken zijn tastbare dingen. De zwembaden, de woningbouw, de verenigingen. Het raakt direct aan de plek waar je woont.

Toch duren gemeentelijke processen lang. Je moet je lang in iets vastbijten om zaken voor elkaar te krijgen. Alleen werkt het zo ook weer niet altijd. Dat dacht ik namelijk ook van het gemeentehuis van Streefkerk. Dat blijft een uitdaging.”

Wat zijn de dingen uit die periode waar je trots op bent?

“We moesten toen fors bezuinigen. Onder andere op het verenigingsleven. We hebben er met de PvdA 2 jaar voor geknokt om dat ongedaan te maken en dat is gelukt. Het vluchtelingenwerk met alle vrijwilligers, die daarbij betrokken waren was mooi. Minder zichtbaar was de inzet voor een lage eigen bijdrage in de zorg voor hulp en ondersteuning. Daar heb ik me altijd voor ingezet.”

Sociaal hart dus?

“Dat denk ik wel. Dit heb ik van huis uit wel meegekregen. Als je de capaciteit en de mogelijkheden hebt om die voor de samenleving in te zetten, dan vind ik dat je dat ook moet doen.”

Wat kenmerkt jou naast sociaal zijn nog meer?

“Gezelligheid, verantwoordelijkheid nemen en humor. Je moet kunnen relativeren en niet alles even serieus nemen. Verantwoordelijkheid nemen is nu met de voetbal een lastige. Dat moet je nu gewoon regelen. Aan de andere kant moet het leven wel leuk blijven. Dus dan moet je het ook weer niet te zwaar maken. Je moet je eigen bijdrage kunnen relativeren, het draait niet altijd om jou.”

Wat kun je daarmee in Coronatijd?

“Toen de voetbal nog open was, was ik van de gezelligheid. Nu moet ik mensen soms aanspreken op hun gedrag. Keuzes maken over wel en niet trainen. Ik ben verantwoordelijk als bestuurder. Dat zijn niet altijd de leukste dingen. De kracht van onze vereniging zit in al die betrokken vrijwilligers. Dankzij hen hebben we de we de afgelopen jaren ons complex enorm opgeknapt. Besturen in tijden van Corona voelt een beetje als corvee, het hoort erbij maar is niet het leukste om te doen.”

Hoe kijk je daar het komende jaar naar?

“Het is ook maar voetbal. Uiteindelijk gaat het om de gezondheid van de mensen. Toch ben ik over het economische deel niet heel positief. Verenigingen hebben een zware tijd. Financieel is er veel te verstouwen. In Streefkerk hebben we jaren een verstandig beleid gevoerd en flink veel gespaard om onze kleedkamers te verbouwen. Het is jammer, dat we dit spaargeld nu zien verdampen door de mindere inkomsten.”

Van politiek van Molenwaard naar Molenlanden. Hoe stond je daarin?

“De herindeling hoefde voor mij niet. Toen dat een feit was moesten we door. Eerst vanuit de PvdA. Het idee om met Berend en Eric een nieuwe partij op te richten, speelde al langer. Het verschil met Gemeentebelangen was niet groot. We zaten ook al jaren naast Arco en Joke in de raad. Het idee groeide verder uit om een grotere partij op te richten. Om de krachten te bundelen naast de christelijke partijen. Bij de PvdA zat daar een drempel in. Je moet eerst lid worden van de landelijke partij om iets voor je eigen omgeving te kunnen betekenen. Ik zag dus écht wel de potentie in lokaal. “Hier gaat het om inzet voor je inwoners, zichtbaarheid in de dorpen. Daar kun je het verschil maken”


Welk rapportcijfer krijg Doe mee! nu van jou?

“Een 8,5. We zijn een gezellige club en we hebben een mooie mix uit heel Molenlanden. Ik vind dat de fractie het goed doet. We hebben veel voor elkaar gekregen. Bijvoorbeeld in de woningbouw en op Kinderdijk. En je ziet vaak dat dit soort nieuwe partijen snel ruzie krijgen. Dat is bij Doe mee! niet zo. Een gezellige club, daar wil je graag bij horen.”

Wat kan Doe mee! doen om dat nog verder uit te bouwen?

“In veel dorpen hebben we goede mensen. In een aantal dorpen zitten nog zwarte vlekken. Als we daar mensen binnen kunnen halen, dan zit daar de mogelijkheid om verder te groeien. Verbetering op inhoud kan ook altijd. Wat we goed doen, is dat we niet alleen in verkiezingstijd in de dorpen komen. Dat is nu wat lastig, want we hebben een voorbeeldrol. Wat ik bijvoorbeeld mooi vind, dat zijn de kleine dingen. De brievenbus in Giessenburg, het bushokje in Nieuwpoort, de verlichting bij een gevaarlijke kruising. Dat soort tastbare dingen, daar maak je bij de inwoners ook het verschil.”

Wat kunnen we daarin van jou verwachten?

“Vorig jaar ben ik gestopt als raadslid. Ik volg nu alles vanaf de zijlijn. Dat vind ik nu prima, maar straks richting de verkiezingen wil ik wel wat dingen op gaan pakken. Ik wil niet zeggen dat ik me weer beschikbaar wil stellen als raadslid. De verkiezingstijd is leuk en ik vind het belangrijk dat we de potentie van Doe mee! omzetten in resultaat.

Ik denk dat ik daar een toegevoegde waarde kan leveren. Ik ben niet de man om op de markten te staan, maar wel om achter de schermen mee te denken hoe we weer de grootste kunnen worden.”