“De uitdaging van het bestuur is om de fractie en de leden met elkaar te verbinden”

De zaterdag van…

Weer een zaterdag met een heerlijk verhaal van een Doe mee-er. Vandaag is het de beurt aan voorzitter Jan van Heukelum om zijn zaterdag te delen.

Paspoort
Geboren: 21 maart 1967
Woonplaats: Hoornaar
Gezin: getrouwd met Anneke en vader van Doortje (21) Pien (20), Madelief (17) en Jan (15)
Werk: rector bestuurder van KSE Etten-Leur (vmbo-t-havo-vwo)
Vrije tijd: wielrennen, snoeken en genieten van eten en drinken

 

“Mijn zaterdag is heilig, dan is er tijd voor fietsen of snoeken. Anneke is dan aan het studeren. Nee geen boodschappen, die komen al op donderdag. De vergeten boodschappen neemt mijn dochter mee. Zij werkt in de supermarkt, heel handig. Op de zaterdag ga ik fietsen of snoeken met een vast groepje vrienden of met mijn zoon Jan. Eigenlijk gaat het tempo met Jan mij iets te hard, ik trek dat niet helemaal meer. Hij heeft een andere fiets gekocht, dus ik dacht dat het daar aan lag. Maar eigenlijk denk ik, dat hij jonger wordt en ik ouder. Als hij thuiskomt gaat hij meteen wat anders doen en ik moet dan gewoon even op de bank gaan zitten.

Dat fietsen is geweldig. Ik fiets pas een jaar of 5 en het mooie is, dat je hier alle kanten op kunt fietsen. Ik hoor nu van de fiets challenges van de profs. Ik luister bijvoorbeeld naar de podcast van Laurens ten Dam: GE-WEL-DIG.”

Iets voor jou zo’n challenge?

“Dat gaat net te ver, dat laat ik aan de profs. Wel heb ik vorig jaar de Ronde van Vlaanderen en Mont Ventoux gereden. Vlaanderen was afzien, maar toch leuk samen met vrienden. De Mont Ventoux was een bittere tegenvaller?”

Hoezo, wat gebeurde er onderweg?

“Ik verzuurde op de eerste 100 meter en toen ging het al licht uit. Gelukkig was mijn zeer sportieve broer uit Amerika erbij en bij hem ging het licht ook uit. Dat verlichtte de pijn. Op de tweede dag was het minder druk en toen lukte het wel. Dit jaar zouden we een deel van Parijs-Roubaix fietsen en de Mont Blanc tocht. Helaas is daar door de omstandigheden niet van gekomen.”

Snoeken doe je niet op de fiets, hoe ben je daaraan gekomen?

“Snoeken is een oude liefde en doe ik al heel lang. En met dezelfde vrienden als op de fiets. Snoeken doen we al 15 jaar samen en we gaan 1 week per jaar naar het buitenland om te snoeken. Daar gaat het veel om de gezelligheid.

Toch is het hier door de polder lopen ook heel gaaf. Het is die snoek hè, andere soorten zijn niet welkom. Het is een mooie vis, een jager. Je vist met soort kunstvissen en daar klapt een snoek op. Dat moment, de arenaline, dan gebeurt het.

Ik ga nu met de vrienden 3 dagen naar Het Haringvliet om vanaf de kano te vissen. Ik ben benieuwd hoe die ervaring zal zijn. Toch is het vangen geen must, het gaat om de gezelligheid en alles er omheen. Ook al vangen we niks, we boeken elk jaar op de terugweg al voor het volgende jaar.”

Dus fietsen en snoeken op de zaterdag en verder niks?

“Dat zeg je goed: “En even niks doen.” Ik plan niet alles vol. Dat zou je lui kunnen noemen, maar ik kan rustig een paar uur in de tuin gaan zitten zonder iets te doen. Dat is goed voor de zaterdag en zondag.”

Zegt dat ook iets van jou?

“Inderdaad, dat past bij me en ik denk ook dat het goed is. Ik zou willen, dat iedereen op mijn werk een halve dag zou lummelen. Ik denk namelijk, dat dat gezonder is. Ik werk nu op een school in Brabant. Daar verwacht je dat ze wat rustiger zijn, maar ze blijven rennen en vliegen.”

Is dat niet een verrassend advies van een rector?

“Nee, want je hebt dan de kans om even terug te gaan om je af te vragen waarom je de dingen doen. Jezelf de tijd gunnen om de kinderen anders te zien. Je moet als docenten en begeleiders ook eens even gewoon met elkaar kunnen praten. Dan leer je om niet alleen aan jezelf te denken, maar om alles in het grotere geheel te plaatsen. Naar de school en naar de kinderen.”

Wie ben jij als mens?

“Dat is een moeilijke vraag. Ik ben denk ik iemand, die niet een zo groot ego heeft, waardoor ik goed kan verbinden. Dat vind ik leuk, ook in mijn werk. Ik heb ook een groot netwerk. De andere kant is, dat ik het heerlijk vind om alleen te zijn. Ik kan bijvoorbeeld ook alleen fietsen, maar niet elke week. Ik ben betrokken, maar hier thuis zeggen ze ook dat ik een beetje asociaal ben. Ik ga bijvoorbeeld niet met alle buren van alles afspreken. Verder ben ik eigenlijk van het doen en niet van het praten.”

Dat is wel bijzonder voor een bestuursvoorzitter?

“Ik ben ook een bijzondere eend in de bijt. Ik kan in 2 zinnen zeggen wat ik bedoel. Ik zou ook wel eens een tweegesprek met Berend willen doen. Wij kennen elkaar van het werk, maar zijn totaal verschillende bestuurders. Ik zou meer moeten lobbyen, maar dat is mijn aard niet. Ik ben recht voor zijn raap, ik zeg waar het op staat.”

Wel een mensenmens toch?

“Jazeker, daarom ben ik ook van de kleinere besturen. Ik wil erbij zijn, voelen en proeven wat er op de werkvloer gebeurt. Mijn kantoor staat ook midden in de school. Ik spreek de leerlingen niet, maar ik hoor ze wel. Dat is niet helemaal waar. Ik spreek ze wel, maar ik heb niet een directe relatie. Ik doe een praatje prut met ze, omdat ik het gevoel bij de school wil hebben. De échte band heb ik met de docenten. Dat kan natuurlijk niet met allemaal, want er werken 280 mensen op school en er zijn 2500 leerlingen. Ik wil wel al die 280 mensen leren kennen. Ik geloof namelijk in sturen met een relatie. Waarom we dingen met elkaar aan het doen zijn. De docenten moeten ook zo naar me toe kunnen lopen. Ik mis nu door corona het elkaar ontmoeten. Het mooie is wel is dat iedereen behoefte heeft om elkaar te zien. De docenten weten nu ook weer waar ze het voor doen. “

Hoe is zo een sociaal mens bij de politiek gekomen?

“Met mijn werk heb ik er altijd wel mee te maken. Ik ben ook geïnteresseerd in de politiek, maar niet actief. Ik heb een keer met Berend op het terras gezeten en zo is het gekomen. De 2e keer dat ik erbij zat, toen zat er al een journalist bij en stond ik in de schijnwerpers. Dat heb ik niet doorgezet, want ik ben meer iemand van de achtergrond. De rol van raadslid zou niet bij mij passen.”

Bestuur, voorzitter van Doe mee! Wat is je uitdaging?

“Het is een organisatorisch bestuur, dat faciliteert aan de leden en de partij. Doe mee! heeft geen eigen ideologie. Dat is prettig, want dan zit het je ook niet in de weg. Toch kun je dan de lijnen niet uitzetten. De fractie hoort wat er in de samenleving gebeurt en het bestuur heeft meer de tijd om met elkaar te praten. We zijn een nieuwe partij en zitten half in de kennismaking. Door corona staan we nu even stil in dat proces. De uitdaging van het bestuur en dus van mij is om Doe mee! meer inhoud te geven door de fractie en de leden met elkaar te verbinden. Dan kun je het kritische gesprek met elkaar voeren. Het bestuur heeft een document gemaakt over wat ze willen, dus de volgende stap komt eraan. Daarmee kunnen we besluiten doordacht maken.

Het mooie aan Doe mee is, dat het heel verschillende mensen zijn. Deze serie laat dat ook zien en dat spreekt anderen en ook mij aan.”

“Ik zie de uitdaging in de dingen die onmogelijk lijken.”

De zaterdag van…
Vandaag kijken we mee in de zaterdag van Berend Buddingh, raadslid van Doe mee!

Paspoort
Geboren: 3 augustus 1965
Woonplaats: Arkel
Gezin: 21 jaar getrouwd met Liesbeth, vader van dochter Isa (19 jaar) en zoon Stan (17 jaar)
Werk: voorzitter College van Bestuur bij SKVOB (middelbaar onderwijs) in Breda.
Vrije tijd: Doe mee!, lezen, vakantie, netflix

“Ik zie de uitdaging in de dingen die onmogelijk lijken.”
Mijn zaterdag staat in het teken van rust en ruimte. Deze dag neem ik afstand van de drukte die mijn werk en politiek met zich meebrengen. Dan is er ruimte om mijn gedachten op een rijtje te zetten. De batterij gaat dan weer vol.
De zaterdag begint met de Volkskrant. En je zou het misschien niet meteen verwachten, maar ik doe de boodschappen. Voor de hele week. Met de AH app, de Coop kooktijdschriften en mijn eigen map met recepten maak ik het weekmenu. En het is ook nooit hetzelfde. Ik houd van de variatie.

De zaterdagmiddag is om klusjes te doen, te lezen, te winkelen, te borrelen, soms naar de voetbal of gewoon te niksen. Zaterdagavond gaan we uit eten, vragen we vrienden of kijken we lekker filmpje. Als het kan met het hele gezin, maar dat wordt steeds lastiger. Nu in deze tijden van corona is het natuurlijk allemaal anders. Maar ook dan kun je nog lekker koken en nu ook weer met vrienden eten. Wat ik wel mis, maar niet op zaterdag, zijn de zondagse Belgische wielklassiekers op tv. Ik ben zelf geen fanatiek sporter, maar ik volg het wel.

Je loopt al een paar jaar mee in de politiek, hoe is dat zo gekomen?
Op de middelbare school spaarde ik al politieke raambiljetten. In mijn studententijd, halverwege de jaren ’80 na de overwinningsnederlaag van Joop den Uyl, ben ik lid geworden van de PvdA. In het begin was ik nog niet zo actief. Toen ik merkte, dat ik invloed uit kon oefenen, een bijdrage aan de samenleving kon leveren en inwoners kon vertegenwoordigen, werd het interessant. Van 2006 tot en met 2010 was ik wethouder in Giessenlanden. Toen leerde ik hoe je het politieke spel moet spelen.”

Hoe werkt dat dan, als wethouder?
“Het is een serieus spel. De ontwikkeling van transportcentrum Schelluinen-West, de drie windmolens langs de A15 en de sloop en nieuwbouw van het centrum van Arkel waren projecten waar ik behoorlijk op de proef werd gesteld. Maar waar het uiteindelijk om draait is eerlijkheid. In goede en in slechte tijden. Bij mooie en bij minder mooie berichten. Blijf jezelf en blijf eerlijk. Eerlijke politiek, daar gaat het om”

Jij bent een verbinder toch? Hoe heb je die rol in je werk en bij Doe mee! ingevuld?
“In de politiek en in de maatschappij gaat het om verbinden. De verbinding tussen school en samenleving en de verbinding tussen leerling en school. Ook de verbinding tussen scholen onderling, want als je verbindt dan word je sterker. Zo zie ik ook mooie ontwikkelingen tussen sport en onderwijs. NAC Breda werkt samen met het onderwijs. Ze bieden faciliteiten met programma’s voor jongeren die af kunnen haken. Prachtig! In mijn werk ben ik voorzitter van een keten van vo-scholen. Daar is verbinding maken en sturing geven een basiscompetentie.

De verbinding tussen politiek en inwoner is van gelijke orde. Zo hebben we een mooie verbinding gemaakt tussen PvdA en Gemeentebelangen. Geen fusie, maar een verbinding tussen partijen. Ik ben trots, dat ik een aanjager was bij het ontstaan van Doe mee! Molenlanden. We moeten nu heel hard ons best doen om onze beloften waar te maken. Aan de andere kant moeten we naar de inwoners ook open en eerlijk zijn als we iets niet kunnen bereiken. We zijn geen antipartij, dus moeten we compromissen kunnen sluiten. Politieke geloofwaardigheid staat bij mij bovenaan de lijst. En ja, het is veel makkelijker om in de oppositie je eigen geluid te laten horen, maar het gaat natuurlijk om meedoen. Je wilt wat bereiken. Dus moet je in het college zitten. Daar zit de macht. Ook al vinden we macht soms geen fijn woord. Om iets te bereiken is het wel handig.

Nieuwe politiek is politiek voor iedereen, toegankelijk en laagdrempelig. De samenleving zelf actief laten zijn en de inwoners, ook die ontevreden zijn, een stem en aandacht geven.”

Wie is Berend Buddingh als mens?
“Ik denk, dat ik loyaal ben en in staat ben om me goed in anderen in te leven. Ik sta klaar om anderen te helpen. Ik laat anderen vaak weten wat ik denk en ik toets met humor. Het inbrengen van humor is mijn manier om een bepaalde stemming te verlichten of te versterken tijdens een debat of discussie. Wat ik ondertussen wel geleerd heb is om een betoog niet met een grap af te sluiten. Dan ondermijn je namelijk je eigen verhaal.

Ik hou wel van een beetje spanning en ik bedenk vaak wel wat nieuws. Dit kan soms weleens als onvoorspelbaar overkomen in het politieke debat. Ik heb een vrij onafhankelijk gevoel, zodat ik alles kan zeggen of inbrengen wat ik denk. Het onafhankelijk zijn is prettig. Ik denk niet dogmatisch. Dat is toch behoorlijk oude politiek. Sommigen vinden dat nog altijd verrijkend, denken vanuit een vast kader, de sociaal-democratie, het liberalisme, het geloof. Maar de samenleving is zo divers, die vraag om gedifferentieerde aanpak, om diversiteit. Ook in je denken. Best lastig soms. Maar niets is onmogelijk.”

Een innoverende realist of net andersom?
“Ik houd van tradities en ook van veranderingen. Dat lijkt tegenstrijdig en dat is het misschien ook wel. Ik ga bijvoorbeeld met dezelfde vrienden graag elk jaar met dezelfde boot, met dezelfde tent en dezelfde koffie naar dezelfde locatie in Engeland of dezelfde camping in Frankrijk.
Aan de andere kant zie ik de uitdaging in de dingen die onmogelijk lijken. Bijvoorbeeld het schijnbaar onmogelijke om lokale politiek bij de mensen te brengen. Dat kan gewoon als je het van een positieve kant benadert. Dat is ook nieuwe politiek, die Doe mee! bij de inwoners brengt. Denk in kansen. En zo als de heel jonge Hillary Clinton het ooit zei: politici zijn er niet om het mogelijke te behouden, maar het onmogelijke te realiseren. En zo is het maar net.

Ik bestuur graag, daar ben ik eerlijk in. Afspraak is afspraak. Ik ben betrouwbaar en recht door zee. Ik zeg waar het op staat, ook als men het niet wil horen. Politiek is soms buiten de lijntjes kleuren of in de geest van iets handelen. Ik ben wat meer in zwart-wit benaderen. Zo mag het handhavingsbeleid van Molenlanden wel wat meer prioriteit krijgen. Dat geeft namelijk vooral duidelijkheid. Soms zie je de worsteling in de raad. En dan proberen we recht te krijgen wat krom is. Te legaliseren wat niet mag. Tja, dat kan leiden tot willekeur. Daar moeten we voor oppassen. De windmolentjes, hoe sympathiek en duurzaam ook, maar het mocht niet op die plek. Daar maken we het ons zelf te moeilijk. Zie ook camping De Put. Uren vergaderen en notities schrijven, voor een vraag van een ondernemer, die uiteindelijk tot niets leidt. Dat is jammer en zonde van de energie.

Ik kan scherp worden in het politiek debat. Daar loop ik niet voor weg. Dat hoort het ook bij. En als ik het gevoel of idee heb dat mijn integriteit wordt aangesproken dan heb je mij helemaal op het puntje van de stoel.” Lachend: “In een van de eerste debatten van de raad over het onderwerp inclusiviteit en exclusiviteit gebeurde dat. Maar ik ben niet haatdragend, ik kan vergeten, en na de vergadering is er gelukkig altijd de nazit.”

De zaterdag van… Weer een zaterdag met een heerlijk bakkie koffie (twee zelfs en nog een Christal Clear als toegift) en de uitdaging om een portret te maken van het Doe mee! raadslid Carla Fenijn. Op 2 september 2019 volgde zij Ruud den Haak op.

Paspoort

Woonplaats: Hoornaar
Gezin: alleenstaand
Vrije tijd: Verzamelt knuffels voor het goede doel, heeft passie voor bloemen en planten, adviseert mensen met complexe financiële problemen en belastingen bij Stichting OBAF, legpuzzelaar en postzegelverzamelaar.
.

“Iemand die niet kan werken, verdient een sociaal vangnet”

Ik begin de zaterdag met het zoeken naar de rotzooi in huis om op te ruimen. Dan gaat de was in de trommel en daarna komen de boodschappen. Een start met huishoudelijke zaken dus en daarna is er uitgebreid tijd voor de bloemen en planten binnen en buiten. Die krijgen op de zaterdag speciale aandacht, alle dode bloemen en blaadjes gaan eruit.
Ik weet niet hoeveel soorten planten ik heb. Ik ben bijvoorbeeld lid van de fuchsiavereniging van de Alblasserwaard. Zij houden bijeenkomsten, vertellen je waar je stekkies en potgrond kunt kopen en geven excursies. Er zijn veel verschillende soorten fuchsia’s. Het bijzondere van deze plant is, dat een stekkie van een paar centimeter in het voorjaar kan uitgroeien tot een hele struik. Je hebt allerlei soorten een kleuren. Zo zijn er botanische en gekweekte fuchsia’s, winterharde en niet winterharde.

Waar komt die liefde voor planten vandaan?
“Mijn moeder had ook altijd planten en deed er alles mee. Ik ben er mee opgegroeid. Boven in de serre heb ik een cactus staan, die ik niet meer naar beneden krijg. Zo groot is-tie. Ik geef hem het hele jaar door water en hij bloeit 1 dag. Dan moet je er eigenlijk naast gaan zitten, want anders mis je dat moment met die bloem. Dan vraag ik me soms af: “Waarom geef ik die het hele jaar toch water voor die ene dag.”

Is jouw zaterdag altijd hetzelfde?
“Natuurlijk niet. Ik kan nu door Corona helaas niet naar rommelmarkten. Daar scoor ik de meest bijzondere pluche knuffels. Elke knuffel heeft wat, maar het bijzondere maakt het kind, dat juist gaat voor die ene knuffel. Als ik dat smoeltje ziet, dat maakt mij dat blij.”

Wat doe je er dan allemaal mee?
“Het begon met een kind uit Gambia, dat ik financieel adopteerde. Ik ging voor haar knuffels verzamelen. Later ging ik knuffels verkopen om haar schoolgeld te betalen. Nu verzamel ik ze en verkoop ze op Marktplaats voor het goede doel. Gemiddeld heb ik er zo’n 800 te koop staan.”

Hoe zie je het verschil tussen al die knuffels?
“Ik rubriceer ze op merk. Knuffels worden steeds in een verschillende collecties aangeboden en dat verandert bijna ieder jaar. Als een kind een lievelingsknuffel heeft, die verteerd is of kwijtraakt, dan wil dat kind alleen diezelfde knuffel terug. Dan heb soms dolgelukkige ouders aan de deur. Zo kwam er een keer ’s avonds om 22.00 uur een boomlange man van Surinaamse afkomst. Hij kreeg tranen in de ogen, want ik had precies de knuffel waar zijn meisje weer mee kon gaan slapen.
Er zijn zelfs rommelmarkten, waar ze me al kennen. Daar zetten ze de zakken vol met knuffels al voor me klaar.”

Nog even die cactus hè met al die aandacht en die ene bloeiende dag. Zegt dat iets van jou? Veel energie steken in iets voor dat ene moment?
“Nee hoor, ik ben helemaal niet filosofisch. Ik vind gewoon alles mooi wat groeit en bloeit.”

Wat zegt dan wel iets van jou?
“Ik ben zoals ik ben en zo moeten ze me nemen. Ik ben een liberaal in hart en nieren. Mijn vrijheid houdt op waar dat van een ander begint. Dit betekent voor mij, dat ik in die vrijheid kan doen en laten wat ik wil. Mits ik de vrijheid van die ander niet aantast. Iemand die hard werkt en goed verdient, mag het van mij het beter hebben dan iemand die niet werkt. Maar iemand die niet kan werken, verdient een sociaal vangnet.
Dit is het gezicht van mij, dat niet vaak naar voren komt. Ik heb respect voor iedereen ongeacht geloof, kleur, ras, seksuele geaardheid en wat dan nog meer. Respect wordt vaak weggedrukt, omdat we in een ikke-ikke-ikke maatschappij leven.”

Hoezo lokale politiek?
“Ik ben raadslid geweest in Dordrecht voor de VVD. Ik was toen 28. Dat was een andere tijd en met een andere raad dan nu. Vroeger kreeg je op zaterdag een dik pakket met stukken, die je op maandag doorgelezen moest hebben. In de fractie werd dan vervolgens bepaald, wat het college de volgende dag voor ging stellen. Nu liggen die verhoudingen door het dualisme heel anders.”

Dus nu geen achterkamertjes meer?
“Toen wel inderdaad. Er werd behoorlijk afgetimmerd in die kamertjes en dan moest de fractie dat volgen. De macht lag bij de coalitie. Als het college A gezegd had, dan werd verwacht dat de fracties ook A zeiden. Als er een fractie afweek, dan kwam de wethouder in een moeilijk pakket. Daarom was die zondag belangrijk, want dan werd dat voorbesproken.
Gelukkig is het nu anders. Nu mag je als raad vanuit de eigen fractie een andere mening hebben dan de wethouder. Dat is voor de wethouder ook prettiger om te functioneren. Vroeger kreeg de wethouder vooraf instructies, nu wordt hij achteraf gecontroleerd.”

Rick den Besten van Het Kontakt Mediapartners noemde jou het gezicht achter Schelluinen Spoorloos, het verzet tegen de Betuweroute. Wat heeft dat met jou te maken?
“De aanleg van de Betuwelijn in de jaren 90 is de stomste fout die de politiek toen heeft gemaakt. Die spoorwegverbinding naar Duitsland hadden ze nooit aan moeten leggen. Dat kost de Nederlandse overheid en dus burger tot op de dag van vandaag nog honderden miljoenen per jaar. Die aansluiting naar Duitsland is er nog steeds niet.
Ik hoor Hanja Maij-Weggen, de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat bij een bijeenkomst in Giessenburg nog zeggen: “Alles met Duitsland is geregeld.“ 23 jaar na dato is die aansluiting er nog altijd niet.
Ik was in die tijd de woordvoerder voor het landelijk overleg van de Betuweroute. Camping De Kale Hoeve in Giessen Oudekerk was onze basis. Daar is de Betuwelijn later dwars overheen gegaan. Het programma Nova heeft er veel aandacht aan besteed. Rick den Besten was beginnend journalist en we hebben altijd goed met hem samen kunnen werken.”

Waarom woordvoerster? Jij bent toch niet van de publiciteit?
“Eigenlijk geen idee, daar rol je in. Ik werd benaderd door een journalist van Nova, die vroeg om exclusiviteit. Ik werd toen woordvoerster voor Schelluinen Spoorloos.”

Nu ben je toch ook actief in het vrijwilligerswerk?
“Ik zet me in voor de Stichting OBAF Molenlanden. Wij helpen mensen met financiële problemen, belastingen en toeslagen. Diverse mensen worden door ons geholpen om hun financiën weer op orde te krijgen. Vluchtelingen, jongeren, ouderen en ook gezinnen. Je komt ze in alle levensfases tegen.”
Leven met financiële problemen is ingrijpend en als je mensen weer toekomst kan geven zie ik ook daar blije gezichten aan de keukentafel, net als bij dat meisje met die ene unieke knuffel bij de voordeur!”

Noot redactie
Voordat ik bij Carla over de drempel stapte, zag ik een prachtige rozenboog in haar kleurrijke tuin en kom ik een rek tegen waar gewortelde planten te drogen hangen. Ik had dit nooit eerder gezien, zal wel iets met groene vingers zijn.
Op mijn vraag over de plek voor de foto bij het interview stelt ze de rozenboog voor. Dat had ik ook in mijn hoofd zitten. Hoe leuk was dat. Hier hoefden we niet verder over na te denken.

De “zaterdag” maandag avond van… Op onze derde zaterdag zaten we aan de koffie bij Chris den Haak, 23 jaar ervaring als raadslid en secretaris van Doe mee!

Paspoort

Geboren: 7-8-1950
Woonplaats: Streefkerk
Gezin: gehuwd met Tineke, trotse vader van Simon, Marleen en Ruud en opa van Max en Ella
Vrije tijd: Voetbalvereniging Streefkerk en Tennisvereniging Streveland. Vrijwilliger voedselbank Alblasserdam, Tafeltje Dekje en bewonersoverleg Streefkerk, af en toe wielrennen en een rondje joggen door de polder.

“Scheiding tussen de kerkse en niet kerkse mensen is er bij de voetbal niet”

“Er zijn zaterdagen voor en na corona. Mijn zaterdagen staan meestal in het teken van VV Streefkerk. Dat begint ’s morgens met het fluiten van een jeugdwedstrijd. Tot een jaar geleden was ik ook grensrechter bij Streefkerk 1. Nu kijk ik met de maten de wedstrijd en genieten we ook graag van de derde helft. Ik hoor van veel mensen om mee heen, dat ze die wedstrijd enorm missen.
Nu zijn de zaterdagen wel bijzonder zonder de voetbal en maak ik lange wandelingen met Tineke. Ik heb wel weer ontdekt hoe mooi de polder is, dat moeten we zien te behouden. Zo zijn de Donkse Laagten een uniek gebied in Nederland.”

Ligt het sociale leven van Streefkerk overhoop zonder voetbal?
“Streefkerk heeft 2600 inwoners, 300 van hen zijn lid van de voetbal. Dat is meer dan 10% van de inwoners. Het is hier een vrij hechte gemeenschap. Niet alleen de spelers missen die zaterdag op de voetbal. Ook vaders, moeders, opa’s, oma’s, en al die vrijwilligers die de club draaiend houden missen de wedstrijd langs de lijn. Nu is iedereen ook weer dolblij, dat de trainingen kunnen beginnen. Ik train zelf op de woensdagmiddag JO9 (jeugd onder 9 jaar). Het leuke is, dat ik zie dat de jongens zich ontwikkelen. Als ze beginnen, dan struikelen ze nog net niet over de bal. Sommige kinderen hebben zo’n beperkte motoriek, dat ze eerst zonder bal nog net langs de pionnen kunnen rennen. Als ze groter worden, dan zie je hoe ze het spel leren spelen. Het aller belangrijkste is wel, dat ze er plezier in blijven houden.

VV Streefkerk is niet zomaar een club. Het is een echte dorpsclub. De jongens uit het eerste elftal komen allemaal uit het dorp en trainen zelf ook de jeugdteams. Dat is het clubgevoel. Je ziet hier dat de mensen uit het dorp met elkaar optrekken. Scheiding tussen de kerkse en niet kerkse mensen is er bij de voetbal niet. Ze spelen samen in het team en dat is goed. Tijdens de restauratie van de kerk een aantal jaren gelden deed bijvoorbeeld ook het hele dorp mee. Gemeenschapszin is niet zomaar een kluitje mensen die bij elkaar wonen. Om het leuk te maken moet je je er allemaal voor inzetten.”

Heb je nog wel tijd voor andere dingen op die zaterdag?
“Eigenlijk niet. In het seizoen draait de zaterdag om de voetbal. Ik ben er dan
vaak ’s morgens om 10 uur en kom dan om 20 uur weer thuis. Ik fluit de jongens JO19 en Tineke draait mee in de bardiensten, dus dan zijn we er samen.”

Hoe is dat leven voor de voetbal gekomen?
“Ik heb het altijd een leuk spelletje gevonden. Ik ben in Ameide geboren en ging daar op mijn 12e voetballen. Op mijn 15e verhuisde ik naar Streefkerk. Er kwam toen net een tweede elftal. Ik ben daar al snel met mijn zwager de clubkrant gaan stencilen. Dat vrijwilligerswerk heeft er altijd wel in gezeten. In de loop van de tijd ben ik ook bij de tennis terecht gekomen. Ik zit sinds mijn pensionering regelmatig op de wielrenfiets. Maximaal 70 kilometer hoor, want na 2,5 uur krijg ik een zere kont. Ik ben ook vrijwilliger bij de voedselbank in Alblasserdam. Daar zie je ook de gevolgen van de crisis en de mindere aanvoer van groente en fruit. Ondernemers produceren nu minder, omdat de horeca platligt. Er is wel wat compensatie, maar het valt niet altijd mee. Er is de laatste maand al een extra vraag van 15-20% van mensen, die bij de voedselbank aankloppen.

Ik ben eigenlijk altijd wel bezig en ik heb ook een actieve vrouw in mantelzorg en thuiszorg. Zo word ik wel een beetje meegetrokken.”

Wie is Chris den Haak als mens?
“Ik ben een sociaal mens en probeer anderen zo veel mogelijk te helpen. Ik help ze om belastingformulieren in te vullen en ik trek ook aan de bel als ik hoor, dat mensen geen gebruik maken van toeslagen waar ze recht op hebben. We hebben een grote vriendenkring en ons gezin en zeker de kleinkinderen zijn voor ons heel belangrijk. Ik heb in mijn werkzame leven bij Nationale Nederlanden gewerkt. Ik heb altijd in de pensioen business gezeten. Ik ben van de binnendienst naar de buitendienst gegaan en heb alle facetten meegemaakt.”

23 jaar politiek, hoe ziet dat eruit?
“Ik kwam uit een rood nest en werd in Streefkerk rond mijn 22e door Arie de Ruijter benaderd of ik lid wilde worden van de PvdA. Dat was in 1972, in 1977 werd ik met 26 jaar tot de herindeling in 1986 het jongste raadslid in Streefkerk. In Liesveld kwam ik weer terug als raadslid van 1998 tot 2013. Bij de herindeling naar Molenwaard waren er voldoende goede kandidaten en heb ik er een punt achter gezet.

Hoe kijk je dan nu naar het succes van Doe mee!?
“Als je iets in de politiek wilt bereiken, dan heb je een machtsfactor nodig. Als eenling kun je het niet maken. De move (beweging), die nu gemaakt is met een nieuwe lokale club, is een gouden greep geweest. Ik ben ook blij met de kwaliteit van de mensen. Je ziet elders wel bij lokale partijen dat er te weinig goede mensen zijn en dat de boel door geruzie uit elkaar valt. Ik vertrouw erop, dat Doe mee! die constante factor wel heeft.

De kracht is, dat we proberen mensen heel direct aan de keukentafel te benaderen. Het is vandaag de dag ontzettend belangrijk om mensen blijvend en direct te benaderen. Mensen komen in het geweer als er iets gebeurt in de directe leefomgeving. “Not in mijn backyard” is zo’n mooie uitdrukking. Ik hou niet van mensen die alleen maar aan de zijlijn wat staan te roepen, doe mee en praat mee!! Volgend jaar gaan we voor de verkiezingen van 2022 dus weer vol aan de bak om opnieuw mensen aan te spreken. Met een goed verhaal over de veranderingen, die we nu waarmaken.”

Hoe combineer je Doe mee! Met de PvdA?
“Je moet een beetje lenig van geest zijn. Landelijk spelen heel vaak andere zaken dan op gemeentelijk niveau. We zijn er als Doe mee! in geslaagd een verkiezingsprogramma samen te stellen waar ik me voor de volle 100% in kan vinden.

Voor woningbouw is op dit moment veel te weinig aandacht. Gemeenten hebben in het verleden vaak grote posities in grond verworven. Bij de vorige crisis heeft dat veel geld gekost. Nu zou meer actie vanuit de gemeente zo gek nog niet zijn. De gemeente zou meer de regie moeten pakken om woningbouw van de grond te krijgen. Je moet toch proberen om zo betaalbaar mogelijke starterswoningen te realiseren. Beneden de € 200.000 kun je niet meer duurzaam bouwen. Tiny houses blijft volgens mij een lastig verhaal, want dat lost het probleem van de jongeren niet op.

Een belangrijk deel van de oplossing is wat mij betreft een uitbreiding van de mogelijkheden voor CPO-projecten. Als gemeente hoeven we geen geld te verdienen aan de verkoop van grond. Kostendekkend en dan blijven er best nog een paar kavels in de vrije sector over. Het kweekt een grote mate van saamhorigheid en je ziet de bewoners zich inzetten voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Je geeft hiermee jongeren de mogelijkheid om in hun eigen dorp te blijven wonen. Heel belangrijk voor de leefbaarheid. Wat mij betreft zet onze Doe mee! fractie hier vol op in.

Ga naar de bovenkant