Paspoort

Geboren: 7-8-1950
Woonplaats: Streefkerk
Gezin: gehuwd met Tineke, trotse vader van Simon, Marleen en Ruud en opa van Max en Ella
Vrije tijd: Voetbalvereniging Streefkerk en Tennisvereniging Streveland. Vrijwilliger voedselbank Alblasserdam, Tafeltje Dekje en bewonersoverleg Streefkerk, af en toe wielrennen en een rondje joggen door de polder.

“Scheiding tussen de kerkse en niet kerkse mensen is er bij de voetbal niet”

“Er zijn zaterdagen voor en na corona. Mijn zaterdagen staan meestal in het teken van VV Streefkerk. Dat begint ’s morgens met het fluiten van een jeugdwedstrijd. Tot een jaar geleden was ik ook grensrechter bij Streefkerk 1. Nu kijk ik met de maten de wedstrijd en genieten we ook graag van de derde helft. Ik hoor van veel mensen om mee heen, dat ze die wedstrijd enorm missen.
Nu zijn de zaterdagen wel bijzonder zonder de voetbal en maak ik lange wandelingen met Tineke. Ik heb wel weer ontdekt hoe mooi de polder is, dat moeten we zien te behouden. Zo zijn de Donkse Laagten een uniek gebied in Nederland.”

Ligt het sociale leven van Streefkerk overhoop zonder voetbal?
“Streefkerk heeft 2600 inwoners, 300 van hen zijn lid van de voetbal. Dat is meer dan 10% van de inwoners. Het is hier een vrij hechte gemeenschap. Niet alleen de spelers missen die zaterdag op de voetbal. Ook vaders, moeders, opa’s, oma’s, en al die vrijwilligers die de club draaiend houden missen de wedstrijd langs de lijn. Nu is iedereen ook weer dolblij, dat de trainingen kunnen beginnen. Ik train zelf op de woensdagmiddag JO9 (jeugd onder 9 jaar). Het leuke is, dat ik zie dat de jongens zich ontwikkelen. Als ze beginnen, dan struikelen ze nog net niet over de bal. Sommige kinderen hebben zo’n beperkte motoriek, dat ze eerst zonder bal nog net langs de pionnen kunnen rennen. Als ze groter worden, dan zie je hoe ze het spel leren spelen. Het aller belangrijkste is wel, dat ze er plezier in blijven houden.

VV Streefkerk is niet zomaar een club. Het is een echte dorpsclub. De jongens uit het eerste elftal komen allemaal uit het dorp en trainen zelf ook de jeugdteams. Dat is het clubgevoel. Je ziet hier dat de mensen uit het dorp met elkaar optrekken. Scheiding tussen de kerkse en niet kerkse mensen is er bij de voetbal niet. Ze spelen samen in het team en dat is goed. Tijdens de restauratie van de kerk een aantal jaren gelden deed bijvoorbeeld ook het hele dorp mee. Gemeenschapszin is niet zomaar een kluitje mensen die bij elkaar wonen. Om het leuk te maken moet je je er allemaal voor inzetten.”

Heb je nog wel tijd voor andere dingen op die zaterdag?
“Eigenlijk niet. In het seizoen draait de zaterdag om de voetbal. Ik ben er dan
vaak ’s morgens om 10 uur en kom dan om 20 uur weer thuis. Ik fluit de jongens JO19 en Tineke draait mee in de bardiensten, dus dan zijn we er samen.”

Hoe is dat leven voor de voetbal gekomen?
“Ik heb het altijd een leuk spelletje gevonden. Ik ben in Ameide geboren en ging daar op mijn 12e voetballen. Op mijn 15e verhuisde ik naar Streefkerk. Er kwam toen net een tweede elftal. Ik ben daar al snel met mijn zwager de clubkrant gaan stencilen. Dat vrijwilligerswerk heeft er altijd wel in gezeten. In de loop van de tijd ben ik ook bij de tennis terecht gekomen. Ik zit sinds mijn pensionering regelmatig op de wielrenfiets. Maximaal 70 kilometer hoor, want na 2,5 uur krijg ik een zere kont. Ik ben ook vrijwilliger bij de voedselbank in Alblasserdam. Daar zie je ook de gevolgen van de crisis en de mindere aanvoer van groente en fruit. Ondernemers produceren nu minder, omdat de horeca platligt. Er is wel wat compensatie, maar het valt niet altijd mee. Er is de laatste maand al een extra vraag van 15-20% van mensen, die bij de voedselbank aankloppen.

Ik ben eigenlijk altijd wel bezig en ik heb ook een actieve vrouw in mantelzorg en thuiszorg. Zo word ik wel een beetje meegetrokken.”

Wie is Chris den Haak als mens?
“Ik ben een sociaal mens en probeer anderen zo veel mogelijk te helpen. Ik help ze om belastingformulieren in te vullen en ik trek ook aan de bel als ik hoor, dat mensen geen gebruik maken van toeslagen waar ze recht op hebben. We hebben een grote vriendenkring en ons gezin en zeker de kleinkinderen zijn voor ons heel belangrijk. Ik heb in mijn werkzame leven bij Nationale Nederlanden gewerkt. Ik heb altijd in de pensioen business gezeten. Ik ben van de binnendienst naar de buitendienst gegaan en heb alle facetten meegemaakt.”

23 jaar politiek, hoe ziet dat eruit?
“Ik kwam uit een rood nest en werd in Streefkerk rond mijn 22e door Arie de Ruijter benaderd of ik lid wilde worden van de PvdA. Dat was in 1972, in 1977 werd ik met 26 jaar tot de herindeling in 1986 het jongste raadslid in Streefkerk. In Liesveld kwam ik weer terug als raadslid van 1998 tot 2013. Bij de herindeling naar Molenwaard waren er voldoende goede kandidaten en heb ik er een punt achter gezet.

Hoe kijk je dan nu naar het succes van Doe mee!?
“Als je iets in de politiek wilt bereiken, dan heb je een machtsfactor nodig. Als eenling kun je het niet maken. De move (beweging), die nu gemaakt is met een nieuwe lokale club, is een gouden greep geweest. Ik ben ook blij met de kwaliteit van de mensen. Je ziet elders wel bij lokale partijen dat er te weinig goede mensen zijn en dat de boel door geruzie uit elkaar valt. Ik vertrouw erop, dat Doe mee! die constante factor wel heeft.

De kracht is, dat we proberen mensen heel direct aan de keukentafel te benaderen. Het is vandaag de dag ontzettend belangrijk om mensen blijvend en direct te benaderen. Mensen komen in het geweer als er iets gebeurt in de directe leefomgeving. “Not in mijn backyard” is zo’n mooie uitdrukking. Ik hou niet van mensen die alleen maar aan de zijlijn wat staan te roepen, doe mee en praat mee!! Volgend jaar gaan we voor de verkiezingen van 2022 dus weer vol aan de bak om opnieuw mensen aan te spreken. Met een goed verhaal over de veranderingen, die we nu waarmaken.”

Hoe combineer je Doe mee! Met de PvdA?
“Je moet een beetje lenig van geest zijn. Landelijk spelen heel vaak andere zaken dan op gemeentelijk niveau. We zijn er als Doe mee! in geslaagd een verkiezingsprogramma samen te stellen waar ik me voor de volle 100% in kan vinden.

Voor woningbouw is op dit moment veel te weinig aandacht. Gemeenten hebben in het verleden vaak grote posities in grond verworven. Bij de vorige crisis heeft dat veel geld gekost. Nu zou meer actie vanuit de gemeente zo gek nog niet zijn. De gemeente zou meer de regie moeten pakken om woningbouw van de grond te krijgen. Je moet toch proberen om zo betaalbaar mogelijke starterswoningen te realiseren. Beneden de € 200.000 kun je niet meer duurzaam bouwen. Tiny houses blijft volgens mij een lastig verhaal, want dat lost het probleem van de jongeren niet op.

Een belangrijk deel van de oplossing is wat mij betreft een uitbreiding van de mogelijkheden voor CPO-projecten. Als gemeente hoeven we geen geld te verdienen aan de verkoop van grond. Kostendekkend en dan blijven er best nog een paar kavels in de vrije sector over. Het kweekt een grote mate van saamhorigheid en je ziet de bewoners zich inzetten voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Je geeft hiermee jongeren de mogelijkheid om in hun eigen dorp te blijven wonen. Heel belangrijk voor de leefbaarheid. Wat mij betreft zet onze Doe mee! fractie hier vol op in.