De zaterdag van…

Weer een zaterdag met een heerlijk verhaal van een Doe mee-er. Vandaag is het de beurt aan voorzitter Jan van Heukelum om zijn zaterdag te delen.

Paspoort
Geboren: 21 maart 1967
Woonplaats: Hoornaar
Gezin: getrouwd met Anneke en vader van Doortje (21) Pien (20), Madelief (17) en Jan (15)
Werk: rector bestuurder van KSE Etten-Leur (vmbo-t-havo-vwo)
Vrije tijd: wielrennen, snoeken en genieten van eten en drinken

 

“Mijn zaterdag is heilig, dan is er tijd voor fietsen of snoeken. Anneke is dan aan het studeren. Nee geen boodschappen, die komen al op donderdag. De vergeten boodschappen neemt mijn dochter mee. Zij werkt in de supermarkt, heel handig. Op de zaterdag ga ik fietsen of snoeken met een vast groepje vrienden of met mijn zoon Jan. Eigenlijk gaat het tempo met Jan mij iets te hard, ik trek dat niet helemaal meer. Hij heeft een andere fiets gekocht, dus ik dacht dat het daar aan lag. Maar eigenlijk denk ik, dat hij jonger wordt en ik ouder. Als hij thuiskomt gaat hij meteen wat anders doen en ik moet dan gewoon even op de bank gaan zitten.

Dat fietsen is geweldig. Ik fiets pas een jaar of 5 en het mooie is, dat je hier alle kanten op kunt fietsen. Ik hoor nu van de fiets challenges van de profs. Ik luister bijvoorbeeld naar de podcast van Laurens ten Dam: GE-WEL-DIG.”

Iets voor jou zo’n challenge?

“Dat gaat net te ver, dat laat ik aan de profs. Wel heb ik vorig jaar de Ronde van Vlaanderen en Mont Ventoux gereden. Vlaanderen was afzien, maar toch leuk samen met vrienden. De Mont Ventoux was een bittere tegenvaller?”

Hoezo, wat gebeurde er onderweg?

“Ik verzuurde op de eerste 100 meter en toen ging het al licht uit. Gelukkig was mijn zeer sportieve broer uit Amerika erbij en bij hem ging het licht ook uit. Dat verlichtte de pijn. Op de tweede dag was het minder druk en toen lukte het wel. Dit jaar zouden we een deel van Parijs-Roubaix fietsen en de Mont Blanc tocht. Helaas is daar door de omstandigheden niet van gekomen.”

Snoeken doe je niet op de fiets, hoe ben je daaraan gekomen?

“Snoeken is een oude liefde en doe ik al heel lang. En met dezelfde vrienden als op de fiets. Snoeken doen we al 15 jaar samen en we gaan 1 week per jaar naar het buitenland om te snoeken. Daar gaat het veel om de gezelligheid.

Toch is het hier door de polder lopen ook heel gaaf. Het is die snoek hè, andere soorten zijn niet welkom. Het is een mooie vis, een jager. Je vist met soort kunstvissen en daar klapt een snoek op. Dat moment, de arenaline, dan gebeurt het.

Ik ga nu met de vrienden 3 dagen naar Het Haringvliet om vanaf de kano te vissen. Ik ben benieuwd hoe die ervaring zal zijn. Toch is het vangen geen must, het gaat om de gezelligheid en alles er omheen. Ook al vangen we niks, we boeken elk jaar op de terugweg al voor het volgende jaar.”

Dus fietsen en snoeken op de zaterdag en verder niks?

“Dat zeg je goed: “En even niks doen.” Ik plan niet alles vol. Dat zou je lui kunnen noemen, maar ik kan rustig een paar uur in de tuin gaan zitten zonder iets te doen. Dat is goed voor de zaterdag en zondag.”

Zegt dat ook iets van jou?

“Inderdaad, dat past bij me en ik denk ook dat het goed is. Ik zou willen, dat iedereen op mijn werk een halve dag zou lummelen. Ik denk namelijk, dat dat gezonder is. Ik werk nu op een school in Brabant. Daar verwacht je dat ze wat rustiger zijn, maar ze blijven rennen en vliegen.”

Is dat niet een verrassend advies van een rector?

“Nee, want je hebt dan de kans om even terug te gaan om je af te vragen waarom je de dingen doen. Jezelf de tijd gunnen om de kinderen anders te zien. Je moet als docenten en begeleiders ook eens even gewoon met elkaar kunnen praten. Dan leer je om niet alleen aan jezelf te denken, maar om alles in het grotere geheel te plaatsen. Naar de school en naar de kinderen.”

Wie ben jij als mens?

“Dat is een moeilijke vraag. Ik ben denk ik iemand, die niet een zo groot ego heeft, waardoor ik goed kan verbinden. Dat vind ik leuk, ook in mijn werk. Ik heb ook een groot netwerk. De andere kant is, dat ik het heerlijk vind om alleen te zijn. Ik kan bijvoorbeeld ook alleen fietsen, maar niet elke week. Ik ben betrokken, maar hier thuis zeggen ze ook dat ik een beetje asociaal ben. Ik ga bijvoorbeeld niet met alle buren van alles afspreken. Verder ben ik eigenlijk van het doen en niet van het praten.”

Dat is wel bijzonder voor een bestuursvoorzitter?

“Ik ben ook een bijzondere eend in de bijt. Ik kan in 2 zinnen zeggen wat ik bedoel. Ik zou ook wel eens een tweegesprek met Berend willen doen. Wij kennen elkaar van het werk, maar zijn totaal verschillende bestuurders. Ik zou meer moeten lobbyen, maar dat is mijn aard niet. Ik ben recht voor zijn raap, ik zeg waar het op staat.”

Wel een mensenmens toch?

“Jazeker, daarom ben ik ook van de kleinere besturen. Ik wil erbij zijn, voelen en proeven wat er op de werkvloer gebeurt. Mijn kantoor staat ook midden in de school. Ik spreek de leerlingen niet, maar ik hoor ze wel. Dat is niet helemaal waar. Ik spreek ze wel, maar ik heb niet een directe relatie. Ik doe een praatje prut met ze, omdat ik het gevoel bij de school wil hebben. De échte band heb ik met de docenten. Dat kan natuurlijk niet met allemaal, want er werken 280 mensen op school en er zijn 2500 leerlingen. Ik wil wel al die 280 mensen leren kennen. Ik geloof namelijk in sturen met een relatie. Waarom we dingen met elkaar aan het doen zijn. De docenten moeten ook zo naar me toe kunnen lopen. Ik mis nu door corona het elkaar ontmoeten. Het mooie is wel is dat iedereen behoefte heeft om elkaar te zien. De docenten weten nu ook weer waar ze het voor doen. “

Hoe is zo een sociaal mens bij de politiek gekomen?

“Met mijn werk heb ik er altijd wel mee te maken. Ik ben ook geïnteresseerd in de politiek, maar niet actief. Ik heb een keer met Berend op het terras gezeten en zo is het gekomen. De 2e keer dat ik erbij zat, toen zat er al een journalist bij en stond ik in de schijnwerpers. Dat heb ik niet doorgezet, want ik ben meer iemand van de achtergrond. De rol van raadslid zou niet bij mij passen.”

Bestuur, voorzitter van Doe mee! Wat is je uitdaging?

“Het is een organisatorisch bestuur, dat faciliteert aan de leden en de partij. Doe mee! heeft geen eigen ideologie. Dat is prettig, want dan zit het je ook niet in de weg. Toch kun je dan de lijnen niet uitzetten. De fractie hoort wat er in de samenleving gebeurt en het bestuur heeft meer de tijd om met elkaar te praten. We zijn een nieuwe partij en zitten half in de kennismaking. Door corona staan we nu even stil in dat proces. De uitdaging van het bestuur en dus van mij is om Doe mee! meer inhoud te geven door de fractie en de leden met elkaar te verbinden. Dan kun je het kritische gesprek met elkaar voeren. Het bestuur heeft een document gemaakt over wat ze willen, dus de volgende stap komt eraan. Daarmee kunnen we besluiten doordacht maken.

Het mooie aan Doe mee is, dat het heel verschillende mensen zijn. Deze serie laat dat ook zien en dat spreekt anderen en ook mij aan.”