De zaterdag van…

Weer een zaterdag met een gesprek over Rotterdam, Feyenoord, hoe hij in Giessenburg terecht is gekomen en nog veel meer. Vandaag is het woord aan het Doe mee! raadslid Ruud van Rijn.

Paspoort
Geboren: 20 november 1958
Woonplaats: Giessenburg
Gezin: : vrouw Lia en 2 meiden Lieke (32) en Sanne (29)
Werk: management lid SWV Driegang (samenwerkingsverband ondersteunt leerlingen met extra ondersteuning op de basisschool)
Vrije tijd: tuinieren, tennis, lezen, vissen, varen en voorzitter zwembad De Doetse Kom.

Hoe ziet jouw zaterdag er uit?

“Vaste prik op de zaterdagmorgen is de Albert Heijn, samen met Lia. Dat heeft een voordeel, want dan kom je het halve dorp tegen en ben je weer overal van op de hoogte. Nu met corona helemaal. Lia doet nu de boodschappen en als ze weer buiten komt, dan mag ik helpen met sjouwen. Dan kom je buiten al die wachtende partners tegen en gebeurt het gesprek daar. Daarna ga ik in de tuin aan het werk tot het middageten. De tuin is mijn passie en staat onder andere. vol met fruitbomen en fruitstruiken.”

Fruitboom, hoe kom je daar nu bij?

“Lia houdt van fruit en ik vind het leuk om te kweken. Tegenover mijn vorige huis had ik een stukje volkstuin en daar is het begonnen. Sommige bomen heb ik hierheen verhuisd. Appels, peren, bramen, druiven, frambozen, alle kleuren bessen, kersen en walnoten. Je vindt hier van alles.

Als er iets opkomt, dan ben ik ook benieuwd wat het is. Ik vind hier van alles. Zo heb ik nu een jonge walnotenboom. Met dank aan de Vlaamse gaai, die de noot hier bracht. Voor vaderdag heb ik een frambraam van mijn dochter gekregen. Een kruising tussen een braam en een framboos. Ik ben écht benieuwd wat dat gaat worden.

.Na de tuin en de lunch gaan we op weg naar Tiel.

We gaan dan met de boodschappen naar mijn schoonmoeder. Zij is 92 jaar en woont nog op zichzelf. Ze krijgt 3x per week verzorging en de 3 kinderen komen in het weekend om beurten op bezoek. Voor ons is dat 1x per 2 weken.

Ik ga ook bij mijn eigen moeder op bezoek in het verzorgingstehuis. Dat was dus nog wat met corona. Ze is 97 jaar en ze werd verdrietig en eenzaam, omdat wij niet meer mochten komen. Mijn dochters hebben nog met een spandoek gestaan, maar dat loste het niet op. De laatste weken mochten we naar haar toe in een container met een scherm ertussen. Als het goed is mag ik er deze week weer naartoe. Ook haar zus is in coronatijd overleden. Dat vond ze verschrikkelijk. We communiceerden via de telefoon. Ze hoort alleen slecht, dus dat werkte niet écht. Ze voelde alsof ze in de gevangenis zat. “Waarom moet ik hier alleen blijven zitten.”, vroeg ze zich af. Ze was heel fit, maar hier ging ze bijna aan onderdoor. De laatste keer aan de telefoon klonk ze weer opgewekt, omdat mijn zus langs mocht komen. Ik zie er écht naar uit, dat ik haar weer mag zien, mijn moedertje.”

Jij hebt ook iets met Feyenoord toch, hoe zit dat?

“Ik was 12 jaar toen ik voor het eerst naar de Kuip ging. Ik woonde in West en we gingen met de fiets door de Maastunnel. Ik kom er nu 50 jaar. In het begin miste ik geen wedstrijd en nu ga ik nog altijd naar de Kuip en zit ik in een vak met veel Giessenburgers.. Dat Rotterdamse, dat zit er nog altijd in. Mijn vader deed vrijwilligerswerk bij Het Vrije Volk. Daar is de politiek een beetje begonnen. Het Vrije Volk, Vara, PvdA, dat rooie krijgen we er niet meer uit.”

Ik voel trots, waar komt dat vandaan?

“Ik voel me ontzettend verknocht aan Rotterdam: “Geen woorden maar daden”, dat zit ook in mij. Rotterdammers zijn niet arrogant, ze pakken aan. Dat betekent, dat ze ook missers maken. Dat hoort erbij. Vroeger gingen we op de brommer naar een camping in Brabant. Daar zaten ook allemaal Rotterdammers. Ook dat voelde als thuis.”

Hoe ben je dan toch in Giessenburg terecht gekomen?

“Ik wilde onderwijzer worden en daar heb ik keihard voor moeten leren. Na lang solliciteren kwam ik in Groot-Ammers terecht. Ik had geen idee en moest eerst op de kaart kijken waar dat was. Ik was dolgelukkig, dat ik tussen de 300 sollicitanten werd uitgekozen. Lia kwam daar bij de kleuters terecht en je begrijpt wel dat het toen begonnen is tussen ons. We wilden niet in het dorp gaan wonen en zo zijn we in Giessenburg terecht gekomen.”

Nu de brug naar jezelf. Wie ben jij als mens?

“Ik ben altijd begaan met de medemens en ik wil ook iets doen om het leven voor hen beter te maken. Zo kwam ik terecht in de buurtvereniging en kon ik meebouwen aan de boot voor de Gondelvaart.

Zo zie ook mijn bijdrage aan de politiek. Iets van een ander kunnen bewerkstelligen.

Vandaar ook veel vrijwilligerswerk. Ik weet ook nog precies hoe ik daar in gerold ben. In 1986 reden hier namelijk bibliotheekbussen rond en ik vroeg de wethouder van Giessenlanden of we hier een vaste bieb neer konden zetten. Ik vond het lezen heel belangrijk voor kinderen en ouderen en de wethouder vond het goed om te starten. Ik ben daar vanaf het begin als vrijwilliger bij betrokken geweest en ik heb met anderen door de jaren heen de bieb opgebouwd. In 1992 hebben we een verzoek ingediend voor een permanent gebouw. De gemeenteraad keurde dit goed en wij waren met de vrijwilligers apetrots natuurlijk.

Met de bezuinigingen is de bieb na 28 jaar helaas verdwenen en dat doet nog altijd pijn. Je kunt nu enkel boeken reserveren en in het dorpshuis staat nog een oude collectie. Dat is ook zo in Arkel. Ik zou dus wel weer willen gaan voor een vaste bieb in Giessenburg.

Vervolgens vroegen ze me in het bestuur van zwembad De Doetse Kom. Ik hield niet van zwemmen, maar ik vond het wel belangrijk dat het zwembad bleef bestaan. En als ik iets doe, dan blijf ik wel hangen. Het wordt nu wel tijd om de structuur van het bestuur te veranderen. Ik bedoel dan naar een vorm met een Raad van Toezicht. Vroeger kregen we € 100.000 subsidie per jaar van de gemeente en daar moesten we alles voor doen. Nu hebben we voor 15 jaar een zelfstandige buffer ontvangen. Daarmee is het zwembad een bedrijf geworden en dat vraagt om een andere besturing. De uitdaging blijft wel om in die 4 maanden, die we open zijn, de omzet voor het hele jaar te maken. De Doetse Kom is een groot zwembad en dat betekent, dat we ook aan veel voorwaarden moeten voldoen. Er moet in Molenlanden écht nog wel wat gebeuren om de zwembaden te behouden.”

De stap van PvdA naar Doe mee! Hoe was dat?

“Ik had niet zoveel met de lokale partij. Met de PvdA had ik steun vanuit de landelijke partij voor opleidingen en campagnes. Alleen lokaal ligt dat anders. Daar gaat het niet om de partij, maar om de mensen in het dorp waar je woont. Dan maakt het niet zoveel uit waar je vandaan komt en dat schortte er nog wel eens aan bij de PvdA. De afstand tussen de kiezer en de partij was groot. Dat is met Doe mee! wel anders, want wij gaan naar mensen toe. Hier doen we het met elkaar. Met start van Doe mee! en de verkiezingscampagne kreeg ik weer nieuwe energie. We gingen er samen voor. We stralen ook uit, dat we er zin in hebben. We konden met de verkiezingscampagne zelfs met 2 ploegen tegelijkertijd op pad. Dat was ongekend.”

De toekomst van Doe mee, hoe zie je dat?

“Ik zie potentie om te groeien en daar moeten we ook voor gaan. Ik denk dat we nog een taak hebben in de dorpen waar we niet veel kiezers hebben. Daar moeten we op zoek naar ambassadeurs. Verder zijn we ook niet vies om de verantwoording te nemen.

Aandacht verdient daarbij zeker de samenwerking tussen de raadsleden in de coalitie, We moeten samen ons coalitieakkoord uitdragen. Het standpunt van het college kan anders zijn dan van de raadsleden, dat is dualisme, maar ik vind wel dat we als raadsleden van de coalitie elkaar moeten vast houden.”