“Truus heeft mij niet de kans gegeven om op de bank te blijven zitten.”

De zaterdag van…

Vandaag staat Adrie Beumken in de schijnwerpers. Voormalig raadslid PvdA in Giessenlanden, nu bestuurslid van Doe mee! en gepassioneerd sportliefhebber. We laten hem aan het woord.

Paspoort
Geboren: 24 april 1955
Woonplaats: Schelluinen
Gezin: 41 jaar getrouwd met Truus en vader van zoon Tomesh (30) en dochter Aranne (27)
Werk: geniet van prépensioen, had diverse functies bij Syndion (organisatie ondersteuning en dienstverlening voor mensen met een handicap)
Vrije tijd: wandelen met Truus, veel fietsen en op zoek naar boeken in de kringloopwinkels. Burgerraadslid en algemeen bestuurslid Doe mee!

Wat gebeurt er op jouw zaterdag?

Voordat ik die vraag kon stellen laat Adrie mij een boek zien en gaat hij vertellen: “Kijk, dat heb ik voor € 0,01 met € 2,95 verzendkosten gekocht. Ik heb nu het internet met 2e hands boeken gevonden. De kringlopen zijn dicht, dus moest ik uitwijken. Truus zegt, dat ik nu eerst maar eens moet gaan lezen, in plaats van kopen.”

Ik dacht, dat jij een sportman was?

Klopt, voetbal en hardlopen. Ik heb het allemaal gedaan. Tussen mijn 37e en 43e heb ik 7 marathons gelopen. Dat begon bij een weddenschap op een verjaardag met vrienden. We spraken af na een biertje. Of waren het er 2? We zouden allemaal voor onze 42e een marathon gelopen hebben. Uiteindelijk was ik de enige, die zover kwam. Eentje kreeg last van de knieën. Mijn broertje Arno zat met een erfelijke aandoening. Hij mocht compenseren met het fietsen van Luik-Bastenaken-Luik, ook geen kleinigheid. En de derde kwam niet verder dan 21 kilometer.”

Jij hebt het met die 7 marathons dus voor de rest gecompenseerd?

Ik vond het gewoon leuk. Ik begon en ik kon niet meer stoppen. Dat was ook met het voetballen zo. Al vanaf het moment, dat ik Truus leerde kennen. Elke dinsdag en donderdag trainen en dan zaterdag de wedstrijd. Die draad heb ik met marathons lopen overgenomen.

Voetbal dus, altijd bij Schelluinen?

Nee hoor, als kind begon ik bij Raptim in Gorinchem. Pas toen ik begin jaren 80 hier kwam wonen ben ik lid geworden bij VV Schelluinen. Ik ben daar nu al 37 jaar lid.

Wat heb je eigenlijk niet gedaan?

“Ik ben nooit gaan wielrennen, want ik houd het niet schoon.” Huh, wat houd je niet schoon? “De fiets.  Als ik klaar ben dan zet ik hem in de schuur en ik haal hem er de volgende keer er weer uit. Dus ik rijd op een damesfiets met dikke banden. Daar rijd ik routes mee door Nederland. Zo ben ik de Afsluitdijk rond gefietst. Ik slaap dan bij https://www.vriendenopdefiets.nl/nl Natuurlijk pauzeer ik bij de kringloopwinkels, heerlijk.”

Dat naar die kringloopwinkels fietsen, doe ik ook in de buurt hoor. Ik fiets dan naar Dordrecht, Zaltbommel, Gouda, Waalwijk, Breda, Utrecht, noem maar op.

Boeken zoeken is minstens zo leuk als het lezen zelf.

En Truus dan? “Die is thuis. Ze heeft een hernia gehad en kan niet hele dagen fietsen. Ze traint wel goed, want ze kan inmiddels 35 kilometer aan één stuk rijden.”

Houd je dan nog wel tijd voor Truus over?

“Ja hoor, we wandelen nu veel samen. De sportschool en de kringlopen zijn dicht en wandelen kan altijd. We lopen veel klompenpaden. Dan ga je over de onverharde wegen en door de weilanden. Je komt op heel bijzondere plekken. Dat wandelen doen we ook met de vakanties. Midweek weg, ’s morgens heet water mee uit het hotel en een appeltje voor onderweg. Op een dag lopen we zo maar 6 uur weg.”

Wat maakt dat wandelen uniek?

“Is bijna hetzelfde als met fietsen. Je doet niks, maar je bent toch lekker bezig. Je zet je hoofd gewoon uit. Met Truus samen blijf ik wel kletsen en de mooie dingen die we onderweg zien delen. Heerlijk ontspannend. Sport is altijd mijn uitlaatklep geweest. Het mooiste na sporten is, dat als je op bed ligt en je lijf net zo moe is als je hoofd.”

Toch ben je een keer uit balans geraakt?

“Ik heb van 2000 tot 2012 tegenslag op tegenslag gehad. Truus kreeg kanker en na haar chemokuur kwam het na 7 maanden weer terug. Toen kreeg ze stamceltherapie en dat heeft haar gered. Vervolgens kreeg mijn moeder dezelfde kanker, leed veel pijn en overleed uiteindelijk. Ook in de politiek ging het niet goed, alles kwam toen bij elkaar.

Ik was aan het einde van mijn psychische latijn zonder dat ik het zelf in de gaten had. Ik had te lang gedaan alsof er niets aan de hand was. Toen Truus hoorde, dat ze kanker had wonnen wij met de PvdA de verkiezingen en heb ik meegeschreven aan het collegevoorstel. Dat was in 2006 en in 2014 ging het mis. Het duurde 2 jaar voordat ik ontdekte wat er was. Ik kreeg toen op een zondag een angstaanval. Op maandagmorgen vertelde de dokter mij, dat het tussen mijn oren zat. Ik ben naar mijn werk gegaan, heb mijn bureau opgeruimd en alle afspraken afgezegd. Ik meldde mij ziek en het was alsof ik van de wereld viel. Ik zat de hele dag op de bank en had het gevoel, dat ik een fantastische dag had gehad.

Dat kon natuurlijk niet. Gelukkig was Truus er en kreeg ik geregeld een schop onder mijn kont. Ook moest ik van de psycholoog allerlei opdrachten doen. Weet je wat het enge was? Ik keek in de spiegel en herkende mezelf niet meer. Truus heeft me er echt doorheen geholpen. Zij heeft me niet de kans gegeven om op de bank te blijven zitten. Samen met de deskundige begeleiding. Ik moest bijvoorbeeld van alles opschrijven. Waar ik trots op was. Dat vond ik niet normaal, maar dat moest ik juist gaan leren.

Uiteindelijk ben ik tot rust gekomen en meer gaan fietsen en wandelen. Niet zomaar, maar bewust. Ik moest leren om mijn zintuigen open te zetten.”

Trots houden we vast hè. Waar ben je trots op in de politiek?

“We hebben geweldige dingen gedaan. Toen met de PvdA en nu met Doe mee! Mooie herinneringen aan de tijd met Ruud, Berend en Betty Piso. Wat was Betty een goed wijf. Ik kende haar uit mijn tienertijd en kwam haar weer tegen bij de PvdA. Haar dochter zei eens tegen me, dat Betty mij als een soort mentor zag. Dat vond ik erg leuk. Ik zei haar altijd: “Jij moet ons scherp houden, jij weet wat er speelt.” En wat kon zij uit de hoek komen, jeminee. Ze kon net als ik niet tegen onrecht.

Ik zat bij de PvdA wel op de lokale golflengte. Ik maakte werkgroepjes in de zorg en zorgde ook voor feedback uit de samenleving. Ik ben raadslid geweest van 2002-2012.

Nu geniet ik ook met Doe mee! Bijvoorbeeld met het rondbrengen van de flyers in de verkiezingstijd. Dat waren topdagen. Het is een mooi stel mensen bij elkaar. Ik geniet van mensen als Cees Heiden. Goede gozer. Zo gemotiveerd en gedetailleerd als hij tijdens het fractieoverleg zijn inbreng kan geven. Zo was ik ook als Adrie 1.0.”

Wat zijn de verschillen tussen toen en nu?

“Ik vond het geweldig, dat Ruud van Rijn belde om te vragen of ik mee wilde doen. Ik kwam Berend en Chris den Haak weer tegen. Toch heeft Truus mij dat duwtje in de rug gegeven om te gaan. Zij zag gewoon hoe blij ik was, dat ik Ruud gesproken had.

Adrie 2.0 is wel anders. Ik doe graag mee, maar dan om de fractie te ondersteunen. Dat past ook als burgerraadslid en bestuurslid.

Het plezierige van Doe mee! is ook, dat ik zie dat er enthousiasme en vertrouwen is in de fractie. Dat ze het goed doen. En dat vertrouwen, dat is mooi hè. 100% er vol voor gaan, daar krijg ik energie van.”

Noot redactie

Op die vraag van de zaterdag zijn we niet teruggekomen. Adrie vertelde aan één stuk door, daar had hij geen motivatie voor nodig.

Over 2 weken komt het laatste interview en misschien wel het verhaal met de grootste uitdaging. Daar mag ik het stokje voor aan Cees Heiden geven, want dan ben ik zelf aan de beurt.

Wilma de Moel

“Hier gaat het om inzet voor je inwoners, zichtbaarheid in de dorpen. Daar kun je het verschil maken”

De zaterdag van….

Hij was raadslid van Doe mee! tot 1 oktober 2019. Nu volgt hij het politieke leven vanaf de zijlijn. Wie is hij, wat trekt hem in de politiek en hoe kijkt hij naar Doe mee! Je leest het in de zaterdag van Ruud den Haak.

 

Paspoort
Geboren: 5 oktober 1985
Woonplaats: Streefkerk
Gezin: Single
Werk: Controller, Gemeente Rotterdam – cluster Stadsbeheer
Vrije tijd: voetballen, hardlopen, zwemmen, penningmeester VV Streefkerk en verre reizen maken.

 
 

“Mijn zaterdag staat altijd in het teken van de voetbal. Tegenwoordig speel ik zelf in het derde van Streefkerk, een vriendenelftal. Dan is het lekker een potje voetballen, daarna naar het eerste kijken en een biertje drinken. De voetbal is al zo’n 30 jaar mijn leven op de zaterdag. De voetbal en ook zeker de gezelligheid er omheen. Dat is ook soms ’s morgens een bardienst draaien en naar de jeugd kijken.”

Alleen de zaterdag?

“Nee hoor, de voetbal draait ook doordeweeks gewoon door. Ik zit in het bestuur en dan zijn er ook andere zaken te regelen. Zeker nu in Coronatijd.  Ik train zelf het derde en dan komt het allemaal wel samen op die zaterdag. De voetbal is zaterdag een ontmoetingsplek voor heel Streefkerk. Het sociale gebeuren eromheen vind ik net zo belangrijk als het spelletje zelf. Ik kom dan het halve dorp tegen. Ik ken al die mensen en nu missen zij het ook écht. Ik ook, maar dat geldt met name voor de ouderen. Die ontmoeten elkaar écht bij de voetbal. Het leuke van Streefkerk is, dat jong en oud en met elke achtergrond goed met elkaar omgaan. De voetbal speelt daar een centrale rol in.”

Hoe kom je die zaterdag dan nu in Coronatijd door?

“Wisselend. Nu sport en wandel ik op de zaterdag. Ik heb ik er nu een dag bij gekregen. Ik heb zelfs tijd om een boek te lezen, maar ik mis die gezelligheid. En ik heb afgelopen zomer zelf mijn tuinmeubels gemaakt, heel rustgevend.”

Mooi bruggetje naar je werk. Drukke baan, waar zit dat in?

“Ik heb een financiële adviesfunctie. Ik adviseer de directie de gemeente Rotterdam, en dan specifiek cluster Stadsbeheer. Dat gaat over de hele fysieke buitenruimte van Rotterdam, de afvalinzameling, toezicht & handhaving, etc… Dit is een organisatie van 3.000 man. Ik geef leiding aan een team van 5 mensen, waarin we adviseren en ook richting geven aan het bestuur. Wij moeten met elkaar op de centjes letten. Daar zijn best wel uitdagingen. Niet alles kan en dat is ook het leuke. Ik zit daar ook dicht op de politiek. In die omgeving voel ik me thuis.

Het leuke aan Rotterdam is, dat ze niet zeiken maar gewoon aan de slag gaan. Het is een prachtige stad om voor te werken. Kijk alleen al hoe Rotterdam de afgelopen 20 jaar is veranderd.

Is dat ook de reden, dat je hier in de politiek terecht gekomen bent?

“Nee, dat komt van huis uit. Mijn vader is 24 jaar raadslid geweest. Ik ben na mijn studie lid geworden van de PvdA. Al snel ben ik ook actief geworden. Bij de verkiezingen van Molenwaard werd ik met voorkeurstemmen gekozen in de raad. Dat was mooi, want mijn vader vertrok uit de raad en ik nam het stokje over. Het mooie was ook, dat ik aan hem ook kon vragen hoe het werkte.”

Hoe kijk je terug op de Molenwaardse tijd?

“Het was een herindelingsverkiezing. Wat je ziet, is dat als je een grotere gemeente wordt, dat je ook meer voor elkaar kunt krijgen. Meer geld en een beter ambtenarenapparaat. Je hebt de kans om dingen op te lossen. Ik deed het sociale domein. Dat was een interessante tijd, de tijd van de vluchtelingencrisis met de opvang in Bleskensgraaf. Mooie dingen om mee te maken. We zaten toen als kleinste en enige niet-christelijke partij in een brede coalitie. Dat is nu ook het verschil met Doe mee! We zijn nu de grootste, dus dan krijg je meer dingen voor elkaar.

Lokale zaken zijn tastbare dingen. De zwembaden, de woningbouw, de verenigingen. Het raakt direct aan de plek waar je woont.

Toch duren gemeentelijke processen lang. Je moet je lang in iets vastbijten om zaken voor elkaar te krijgen. Alleen werkt het zo ook weer niet altijd. Dat dacht ik namelijk ook van het gemeentehuis van Streefkerk. Dat blijft een uitdaging.”

Wat zijn de dingen uit die periode waar je trots op bent?

“We moesten toen fors bezuinigen. Onder andere op het verenigingsleven. We hebben er met de PvdA 2 jaar voor geknokt om dat ongedaan te maken en dat is gelukt. Het vluchtelingenwerk met alle vrijwilligers, die daarbij betrokken waren was mooi. Minder zichtbaar was de inzet voor een lage eigen bijdrage in de zorg voor hulp en ondersteuning. Daar heb ik me altijd voor ingezet.”

Sociaal hart dus?

“Dat denk ik wel. Dit heb ik van huis uit wel meegekregen. Als je de capaciteit en de mogelijkheden hebt om die voor de samenleving in te zetten, dan vind ik dat je dat ook moet doen.”

Wat kenmerkt jou naast sociaal zijn nog meer?

“Gezelligheid, verantwoordelijkheid nemen en humor. Je moet kunnen relativeren en niet alles even serieus nemen. Verantwoordelijkheid nemen is nu met de voetbal een lastige. Dat moet je nu gewoon regelen. Aan de andere kant moet het leven wel leuk blijven. Dus dan moet je het ook weer niet te zwaar maken. Je moet je eigen bijdrage kunnen relativeren, het draait niet altijd om jou.”

Wat kun je daarmee in Coronatijd?

“Toen de voetbal nog open was, was ik van de gezelligheid. Nu moet ik mensen soms aanspreken op hun gedrag. Keuzes maken over wel en niet trainen. Ik ben verantwoordelijk als bestuurder. Dat zijn niet altijd de leukste dingen. De kracht van onze vereniging zit in al die betrokken vrijwilligers. Dankzij hen hebben we de we de afgelopen jaren ons complex enorm opgeknapt. Besturen in tijden van Corona voelt een beetje als corvee, het hoort erbij maar is niet het leukste om te doen.”

Hoe kijk je daar het komende jaar naar?

“Het is ook maar voetbal. Uiteindelijk gaat het om de gezondheid van de mensen. Toch ben ik over het economische deel niet heel positief. Verenigingen hebben een zware tijd. Financieel is er veel te verstouwen. In Streefkerk hebben we jaren een verstandig beleid gevoerd en flink veel gespaard om onze kleedkamers te verbouwen. Het is jammer, dat we dit spaargeld nu zien verdampen door de mindere inkomsten.”

Van politiek van Molenwaard naar Molenlanden. Hoe stond je daarin?

“De herindeling hoefde voor mij niet. Toen dat een feit was moesten we door. Eerst vanuit de PvdA. Het idee om met Berend en Eric een nieuwe partij op te richten, speelde al langer. Het verschil met Gemeentebelangen was niet groot. We zaten ook al jaren naast Arco en Joke in de raad. Het idee groeide verder uit om een grotere partij op te richten. Om de krachten te bundelen naast de christelijke partijen. Bij de PvdA zat daar een drempel in. Je moet eerst lid worden van de landelijke partij om iets voor je eigen omgeving te kunnen betekenen. Ik zag dus écht wel de potentie in lokaal. “Hier gaat het om inzet voor je inwoners, zichtbaarheid in de dorpen. Daar kun je het verschil maken”


Welk rapportcijfer krijg Doe mee! nu van jou?

“Een 8,5. We zijn een gezellige club en we hebben een mooie mix uit heel Molenlanden. Ik vind dat de fractie het goed doet. We hebben veel voor elkaar gekregen. Bijvoorbeeld in de woningbouw en op Kinderdijk. En je ziet vaak dat dit soort nieuwe partijen snel ruzie krijgen. Dat is bij Doe mee! niet zo. Een gezellige club, daar wil je graag bij horen.”

Wat kan Doe mee! doen om dat nog verder uit te bouwen?

“In veel dorpen hebben we goede mensen. In een aantal dorpen zitten nog zwarte vlekken. Als we daar mensen binnen kunnen halen, dan zit daar de mogelijkheid om verder te groeien. Verbetering op inhoud kan ook altijd. Wat we goed doen, is dat we niet alleen in verkiezingstijd in de dorpen komen. Dat is nu wat lastig, want we hebben een voorbeeldrol. Wat ik bijvoorbeeld mooi vind, dat zijn de kleine dingen. De brievenbus in Giessenburg, het bushokje in Nieuwpoort, de verlichting bij een gevaarlijke kruising. Dat soort tastbare dingen, daar maak je bij de inwoners ook het verschil.”

Wat kunnen we daarin van jou verwachten?

“Vorig jaar ben ik gestopt als raadslid. Ik volg nu alles vanaf de zijlijn. Dat vind ik nu prima, maar straks richting de verkiezingen wil ik wel wat dingen op gaan pakken. Ik wil niet zeggen dat ik me weer beschikbaar wil stellen als raadslid. De verkiezingstijd is leuk en ik vind het belangrijk dat we de potentie van Doe mee! omzetten in resultaat.

Ik denk dat ik daar een toegevoegde waarde kan leveren. Ik ben niet de man om op de markten te staan, maar wel om achter de schermen mee te denken hoe we weer de grootste kunnen worden.”

“Ik ben iemand, die anderen niet in hokjes plaatst. Ik zie een mens als een mens. En benader hem ook zo”

De zaterdag van… Vandaag kijken we mee in de zaterdag van
Dick de Wit. Zat als PvdA-er in de raad van Liesveld en is nu bestuurslid van Doe mee! Dick heeft een verhaal dat ons 400 jaar terugvoert naar de onthoofding van raadspensionaris Johan van Oldenbarneveld. Ook zijn vrouw Ria is bij het interview aanwezig en geeft extra nuances aan het levensverhaal van Dick.

Paspoort
Leeftijd: 74 jaar, geboren 2-3-1946 in Rotterdam
Bevrijdingskind en babyboomer
Woonplaats: Streefkerk, vanaf 1975
Gezin: bijna 50 jaar getrouwd met Ria, vader van Martijn (45) en Frank (42). Trotse opa van Daan, Simon, Luuk en Rosa

Werk: pensionado en vrijwilliger bij Stichting OBAF,
lid deelnemersraad Pensioenfonds ex Volmac
Vrije tijd: kamperen met de kleinkinderen, fietsen en wandelen

Voordat we het interview startten, had Dick een complete lijst met dingen, die hij wilde bespreken. Dat was nieuw voor me. Nooit eerder had ik iemand aan tafel, die zelf het initiatief nam. Dick: “Ja dan heb ik als sluitstuk nog een verborgen verleden.”

Dat lijkt me leuk om mee te beginnen, vertel….
“Op mijn 52e ben ik in een soort Spoorloos terechtgekomen. Ik bleek een halfbroer in Hawaï te hebben, die mij heeft weten op te sporen. Samen met Ria zijn wij er naartoe geweest. Big Island, Waikiki beach, geen verkeerde plek toch? Via hem ontdekte ik wie mijn natuurlijke vader was. Ik kende hem niet en hij was toen ook al overleden. Johan Anton Derk van Oldenbarneveld genaamd Tullingh was zijn naam. Ik had daar niks mee. Dat dacht ik tenminste. Mijn halfbroer Johan Isaac Hermanus van Oldenbarneveld heeft mij op mijn voornamen gevonden. Die zijn precies hetzelfde als die van mijn vader. Overigens ben ik door mijn stiefvader in 1971 geëcht, zodat ik nu zijn achternaam De Wit draag.

Mijn stamboom begint in 1425 bij Ernst van Oldenbarneveld – schildknape Heer van half Oldenbarneveld. Ik ben ook familie van raadspensionaris Johan van Oldenbarneveld. Hij is in 1619 onthoofd. Om te voorkomen, dat zijn volgelingen van zijn graf een bedevaartsoord zouden maken, heeft prins Maurits zijn overblijfselen gedumpt in de kelder waarop nu het Tweede Kamergebouw staat. Met de verbouwing op het Binnenhof is er een kans om de overblijfselen van Johan op te sporen en te herbegraven. Ronald van Raak van de SP maakt zich hier sterk voor en ik heb mijn DNA aangebonden om de botten van Johan te helpen identificeren. Zelfs Rutte heeft toegezegd hier serieus werk van te maken.

Ik ben als enig kind opgegroeid en had altijd wel de behoefte een broer te hebben. Dus ik ging met hooggespannen verwachtingen naar Hawaii om mijn halfbroer te leren kennen.”

Kwam verwachting uit?
“Zijn moeder werd verliefd op één van onze bevrijders, een Amerikaanse majoor en is na de demobilisatie met hem naar de USA vertrokken. Mijn halfbroer is haar op 19-jarige leeftijd in 1949 achterna gereisd.
Maar had ik nu eindelijk die oudere broer waarmee ik mijn verdere leven kon delen? Dat bleek een mixed bag. Een heel goede verteller, auteur van een autobiografische roman, maar ook een vette Trump aanhanger met dezelfde vulgaire hobbies, heel goed in zenden, maar een slechte luisteraar. In het begin leuk en interessant, maar op den duur een afknapper. Hij was 16 jaar ouder dan ik en is nu overleden. Behalve een hele nieuwe familie in Nederland en Californië, hebben we nog altijd contact met zijn zoon. Ook een bijzondere kerel. Hij is hondenfluisteraar. Een soort Martin Gaus, maar dan in alle staten van Amerika een heel netwerk van hondentrainers die onder zijn commerciële vlag opereren*.
Op bezoek bij familie zie je een land heel anders dan als tourist. En ook aan de binnenkant is Amerika een fascinerend land. Ik had ontmoetingen met hippies tot uiterst rechts. Met een rechercheur homicide, een maritiem bioloog en een stucadoor. Iedereen heeft een enorme drive. Een arbeidsethos van heb ik jou daar. Keihard werken. Alleen moet je niet de pech hebben om ziek te worden, want dan zit je daar diep in de shit. Zou mooi zijn, als dat nog eens te combineren viel met onze verzorgingsstaat.”

Staat het leven in Amerika niet mijlenver af van wie jij bent?
“Ja en nee. Ik ben niet zo snel in één hokje te vangen. Socialisme of kapitalisme hebben beide goede en slechte kanten. Ben altijd lid van een vakbond geweest, maar heb 25 jaar zelfstandig mijn eigen toko gerund.
Amerika, zeker nu met christelijk rechts, is hyper religieus. Zelf ben ik niet gelovig, maar ook niet anti, want Ria is Nederlands Hervormd en onze beide zoons zijn gedoopt. Zo lang gelovigen en niet-gelovigen elkaar maar wederzijds respecteren in hun opvattingen. Overigens heb ik verschil van achtergrond nooit als belemmerend ervaren om met anderen samen te werken.
En vergeet ook niet het eigen belang. Als kind mocht ik een blinde tante begeleiden naar de mis in de katholieke kerk een paar straten verder. Als de priester het teken gaf te knielen trok ik aan haar jurk en deed hetzelfde als zij weer mocht gaan zitten. Bij deze in mijn jeugdige ogen gymnastiekoefening heeft de heilige geest zich niet van mij meester gemaakt. Wat mij wel is bijgebleven, is het dubbeltje dat ik na afloop van tante kreeg als beloning.”

Heeft dat dubbeltje je bij je sociale werk van nu gebracht?
“Voor dat antwoord moet ik teruggaan naar mijn vroege jeugd. Door de naoorlogse woningnood en mijn alleenstaande moeder die de kost moest verdienen, ben ik van 1949-1952 opgegroeid bij mijn grootouders. Een rooier nest kon je je niet voorstellen. Overtuigde socialisten in woord en daad.
Dan was je lid van de Bakkersvakbond, stemde op de PvdA, dronk geen alcohol, kocht je boodschappen bij de Coöp, las je het Vrije Volk, was je aanhanger van het gebroken geweertje, klonk om 8 uur ‘s-ochtends op de radio het strijdlied Ochtendrood, en keek je naar de VARA (en ging de TV op zwart als pater Verhagen de dagsluiting deed).
Dat was de tijd van de verzuilde samenleving. De tijd van wij versus zij. Iedere zuil leefde in de eigen cocon. Niet in staat om bruggen naar andersdenkenden te slaan, of jezelf te verrijken met wat ook andere zuilen aan goeds te bieden hadden. Aan de andere kant bood die extreme focus op het socialistisch ideaal wel de kracht tot maatschappelijke vernieuwing en persoonlijke groei. Zo pasten mijn grootouders geboortebeperking toe (Malthusiaaanse Bond) en ging mijn oma om 06:00 scholen schoonmaken om mijn moeder te kunnen laten doorleren tot onderwijzeres en verpleegster. Welk meisje in die tijd mocht dat?
En je droeg zorg voor de medemens. Opa werkte in de oorlog als bakker en verstopte de hete kadetjes onder zijn borstrok. Na een lange wandeltocht in verduisterd Rotterdam kwam hij dan met brandblaren thuis en werden de kadetjes in de buurt verdeeld.
Nederland is ontzuild, van klassenstrijd naar scheiding tussen hoog opgeleiden en onopgeleiden, woningbezitters versus huurwoningzoekenden, van collectief naar individu. Ook de vier goed opgeleide kinderen van mijn grootouders zijn met de nieuwe tijd meegegaan en deden soms meewarig over het door mijn grootouders krampachtig voortzetten van een zuinige en sobere leefwijze die door vadertje Drees (AOW) al lang niet meer noodzakelijk was.
Te sterke groepsidentiteit en je niet buiten de eigen groep kunnen bewegen vind ik problematisch, maar zelfontwikkeling en hulp aan de medemens heb ik met de paplepel meegekregen. Ik ben dus juist iemand, die anderen niet in hokjes plaatst. Ik zie een mens als een mens. En benader hem ook zo.”

Hoe doe je dat dan?
“Tot mijn 55e ben ik een workaholic geweest. Dat had weinig met sociaal actief zijn te maken. Daarna ging het roer om en ben ik bestuurslid geworden in de lokale PvdA en was tussen 2005 en 2010 raadslid in de gemeente Liesveld. Bij de verkiezingen ben ik er toen uitgewipt door Gemeente Belangen Molenwaard. Je kunt mij dus niet verwijten rancuneus te zijn, want ik doe nu volop mee!”

Dan komt Ria tussenbeide. “Het sociale, dat zat in je. Het geduld, dat Dick heeft met mensen die sociaal zwak staan, vind ik bijzonder.”

Dick: “Ik ben eerder van laag koesteren en hoog trappen dan andersom. Ik ben het financiële oliemannetje in de familie. In mijn werkzame leven heb ik als goed betaalde consultant voor banken en verzekeraars gewerkt, maar ook belangeloos als lid van het PvdA ombudsteam AV. Onder andere vier jaar bewindvoerder geweest van een alleenstaande vader met 2 jonge kinderen. Dat confronteert je met andere kanten van onze samenleving. Ondanks persoonlijke verschillen op alle fronten heb ik toch een persoonlijke band met hem opgebouwd en is het gelukt uit de schulden te komen”.

En nu?
“Sinds 2017 ben ik lid van de deelnemersraad van het pensioenfonds van mijn oude werkgever, waar ik in 2001 afscheid nam. De pensioenbelangen behartigen van 2.500 ex-collega’s en toezien op een belegd vermogen van €100 miljoen.
In 2018 vrijwilliger geworden bij Stichting OBAF**, opgericht door Carla Fenijn (raadslid Doe mee! – red). Mensen helpen met financiële en fiscale problemen.
Doorgaans worden zij door de gemeente naar ons doorverwezen. Operationeel werken we samen met AVRES*** en het sociaal team. Ik ben aanspreekpunt voor de kernen in voormalig Molenawaard.”

Eigenlijk de vraag waar we mee moesten beginnen. Hoe ziet jouw zaterdag eruit?
“Ik heb als pensionado eigenlijk 7 zaterdagen, dus over zaterdag en ook zondag valt weinig specifiek te vertellen. Ik wil nog wel iets kwijt over mijn gezin. Tot mijn 55e heb ik dat (te) weinig aandacht gegeven. Dat heb ik intussen ingehaald en zeker onze kleinkinderen krijgen nu mijn volle aandacht.
Ria en ik passen om de 2 weken op de kleinkinderen en die komen ook regelmatig bij ons logeren.”

Ria: “We kamperen ook elk jaar een week met de kleinkinderen in onze tent. Simpelheid en eenvoud, midden in de natuur, dat is voor ons écht genieten. We vinden het leuk om dat aan de kleinkinderen mee te geven. Zonder animatieteams vliegeren met een zelfgemaakte vlieger en zwemmen in het riviertje langs de camping.”

Dick: “Elk jaar maken we ook een lange fietstocht, zonder accu. Dit jaar was dat het Pieterpad. 550 kilometer van Pieterburen (Groningen) naar de Sint Pietersberg (Maastricht). We logeren dan bij Vrienden op de Fiets****”.

En dan een bruggetje naar de politiek. Hoe kijk je tegen de wereld van Doe mee! aan?
“Vanwege mijn betrokkenheid als bestuurslid vind ik dat een lastige vraag. In elk geval is het gevoel, dat ik bij Doe mee! vanaf het begin had nog steeds hetzelfde. POSITIEF met hoofdletters.
Op lokaal politiek niveau is er altijd wel constructief met elkaar samengewerkt. Het belang van de burgers stond centraal. Maar de langdurige dominantie van christelijke partijen werkte verstarring, vergrijzing, voorgekookte besluitvorming en minder betrokkenheid van de burger in de hand.
Daarom werd het wel tijd voor een doorbraak met een nieuwe verfrissende lokale partij als Doe mee! Molenlanden.
Een partij die muurtjes weghaalt en iedereen mee laat doen. Dat is voor mij heel belangrijk. Behalve goede bedoelingen moet er natuurlijk wel geleverd worden. Dat heeft mijn verwachtingen overtroffen. Niemand kan nu nog het bestaansrecht van Doe mee! betwisten.

Het bijzondere is, dat wij een partij hebben, waar alle stromingen en gezindten in vertegenwoordigd zijn. Verzuiling van de vijftiger jaren ligt ver achter ons. Verkokering is verspilling. Zo hebben ook Carla en ik elkaar gevonden. Een rasechte VVD’er met een bloedrode PvdA-er, mooi hè.

Ik ben tegen vergrijzing en ook geen plucheplakker. Welke jonge frisse penningmeester komt mij opvolgen, voordat ik 80 ben?”

Of we door Dick zijn lijst heen zijn? Ik heb het niet durven vragen. Ik ga daar zo op mijn eigen manier mee om. Ik denk, zonder het zeker te weten, dat we met Dick zijn lijst wel 2 zaterdagen kunnen vullen. 😉

*USA Dogtraining: https://caninetradegroup.com/
Netwerk van hondentrainers opgezet door zoon van mijn halfbroer. Het vak heeft hij geleerd in zijn diensttijd als Amerikaans militair in Duitsland.

**Stichting Obaf: https://stichtingobaf.nl/
Het doel is minderdraagkrachtige inwoners uit Molenlanden en directe omgeving te helpen met hun financiële privé administratie.

***Avres: https://www.avres.nl/
Helpt mensen om hun plek in de maatschappij (weer) te vinden. Door het vinden van passend werk. Of door (tijdelijke) inkomensondersteuning en coaching bij schulden.

****Vrienden op de Fiets: https://www.vriendenopdefiets.nl/nl
Via Vrienden op de Fiets overnachten fietsers en wandelaars op hun tocht bij één van de 6.000 gastvrije mensen door heel Nederland.

Ga naar de bovenkant