De miljoenen van Giessenlanden, tot de dag van vandaag een onderwerp van gesprek. Van wie zijn ze nou eigenlijk? Berend geeft nog één keer zijn visie erop. En ja, het gaat er toch vooral om wat je met je geld. Of je het nu hebt of dat je het leent.

 

Wie wilde er niet met Giessenlanden herindelen? Dat was jarenlang de veelgestelde vraag op straat èn in het regionale bestuurlijke circuit. De gemeente Giessenlanden was voor veel andere gemeentes, die allemaal te maken hadden met noodzakelijke opschaling en dus herindeling, een geliefde bruid vanwege een indrukwekkende bruidsschat. Giessenlanden verkocht tenslotte haar gemeentelijk woningbedrijf in 2008 voor 88 miljoen euro en schaarde zich direct in de top-3 van rijkste gemeentes in Nederland.

 

De miljoenen waren niet zomaar op, vormden een ruim appeltje voor de dorst en maakten zaken in Giessenlanden mogelijk, die voor andere gemeentes onmogelijk bleken. Het maakte Giessenlanden ook een interessante partij om mee te herindelen, maar het was uiteindelijk alleen Molenwaard dat bereid bleek tot een mariage. Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Zederik, ze maakten uiteindelijk allemaal een andere keuze. De Giessenlandse bruidsschat bleek voor een herindeling niet doorslaggevend.

88 miljoen

Van die 88 miljoen euro werd en wordt overigens een groot deel geïnvesteerd in de Giessenlandse dorpen en in de samenleving in zijn algemeenheid. Sportpark Giessenburg, dorpshuizen in Noordeloos, Hoogblokland en Schelluinen, een nieuwe school in Giessen-Oudkerk, een nieuwe ontsluitingsweg in Arkel. Het is ondertussen gerealiseerd of er is geld voor gereserveerd. Anno 2020 staat er voor de nieuwe gemeente Molenlanden nog een kleine 30 miljoen als reserve genoteerd. Nog altijd meer dan uitstekend, maar niet meer het duizelingwekkende bedrag van meer dan 80 miljoen. Toch blijft nog altijd boven de markt hangen dat Giessenlanden uiteindelijk de kostendrager is van de nieuwe gemeente Molenlanden en dat Molenwaard maar al te gemakkelijk meeprofiteert van het Giessenlandse geld. Het was tenslotte toch ook Molenwaard dat in 2012 8 miljoen euro moest lenen van de buren? Ook nooit terugbetaald toch?

 

Verkoop woningbedrijf

Vanaf de dag van de verkoop Woningbedrijf is er discussie over van wie die 88 miljoen nou eigenlijk zijn. Best een interessante vraag. De verschillende gemeentes waar Giessenlanden uit opgebouwd was, hadden alle drie een eigen woningbedrijf en brachten daarmee alle drie huurwoningen in. Arkel bracht de meeste woningen in: 45%, de voormalige Schakel-gemeente (Noordeloos, Hoogblokland en Hoornaar) een kleine 20% en Giessenburg-Schelluinen kwam met zo’n 35%. Wie naar die percentages kijkt zou de eenvoudige conclusie kunnen trekken dat Arkel recht had op zo’n 40 miljoen euro, een kleine 12.000 per inwoner. Giessenburg-Schelluinen zou tevreden moeten zijn met 30 miljoen en Noordeloos, Hoogblokland en Hoornaar hadden ‘recht’ op 15 miljoen. Maar die verdeling is nooit zo gemaakt. De opbrengst zou ten goede komen aan de samenleving en geïnvesteerd worden in duurzame projecten. Dat er in Arkel in dezelfde periode 2008-2014 veel gebeurde teerde overigens niet in op de opbrengst en de reservepositie van de gemeente. De renovatie van de dorpskern was meegenomen in de verkoop van het woningbedrijf en kwam voor rekening van Kleurrijk Wonen. Inclusief het gezondheidscentrum. Van de opbrengst woningbedrijf werd in Arkel alleen de ‘nieuwe’ Lingehof (sportzaal annex dorpshuis) en de tweede ontsluitingsweg betaald. Met iets meer dan 5 miljoen komt Arkel er daarmee karig vanaf. Zeker als je het wegzet tegenover Sportpark Giessenburg (11 miljoen) of het Noorderhuis (6 miljoen) of De Hoek (5 miljoen). Anderzijds valt er weinig te klagen in Arkel of welk voormalig Giessenlands dorp dan ook: we hebben ons voorzieningenniveau grotendeels kunnen handhaven. Zwembaden, moderne dorpshuizen en scholen, voetbalclubs. Het is er allemaal. Veel te wensen hebben we eigenlijk niet meer.

Met iets meer dan 5 miljoen komt Arkel er daarmee karig af.
Anderzijds valt er weinig te klagen in Arkel of welk voormalig Giessenlands dorp dan ook: we hebben ons voorzieningenniveau grotendeels kunnen handhaven. Zwembaden, moderne dorpshuizen en scholen, voetbalclubs. Het is er allemaal. Veel te wensen hebben we eigenlijk niet meer.

Zwembaden

Toch scheelde het indertijd maar een haar of de zwembaden hadden mogen sluiten van het gemeentebestuur. In 2012 kwam het toenmalig College van B&W met het voorstel om de zwembaden en bibliotheken te sluiten vanwege de economische crisis. Geen geld. Met nog meer dan 80 miljoen op de bank verkondigde de toenmalige SGP-wethouder van Financiën dat er niet geïnvesteerd kon worden omdat de renteopbrengsten hard nodig waren voor de lopende begroting. Er was simpelweg geen andere oplossing. De oppositie kwam uiteindelijk met het alternatief en de zwembaden konden blijven dankzij een eenmalige afkoopsom. De bibliotheken in Giessenburg en Arkel werden dusdanig afgeslankt dat het niet meer dan afhaalpunten werden. En ondertussen leende dezelfde wethouder Financiën 8 miljoen euro uit aan zijn partijgenoten in Molenwaard. Die openden daarna een vierde bibliotheek-vestiging. Er was sprake van dezelfde economische crisis, Molenwaard verkeerde nog in onzekerheid over of het haar spaargeld nog terug kon krijgen van het failliete IJslandse Icesave, maar men bracht de begroting op orde met geleend geld. Eén ding werd duidelijk: om te investeren in de samenleving heb je geen reserve nodig maar een wil en een visie en met geleend geld kun je dan een eind komen.

Hypotheek

Ondertussen leende dezelfde wethouder Financiën 8 miljoen euro uit aan zijn partijgenoten in Molenwaard. Die openden daarna een vierde bibliotheek-vestiging.

Want laten we het even klein maken, wie heeft er geen hypotheek op zijn huis? En wie heeft er naast een hypotheek van vaak enkele tonnen geen spaargeld op een rekening? Als we het hebben over onze eigen financiën vinden we het heel normaal om te lenen voor ons huis (en ons dus in de schulden te steken) en vaak ook nog voor een auto, boot of caravan. Als we het maandelijks kunnen opbrengen, waarom zouden we het dan niet doen? Niks mis mee. Veel gemeentes doen dat op dezelfde manier. Lenen om zaken mogelijk te maken. Ook op nationaal niveau doen we het. 70 miljard lenen voor een Coronafonds. Ook in Europa doen we het. Maar dat zijn dusdanig duizelingwekkende bedragen dat het abstract wordt. Maar één ding moet helder zijn: er is weinig mis met lenen, zolang je je maandelijkse lasten maar kunt betalen. Je reserve zomaar opmaken, is misschien wel minder verstandig.

Enecogelden

De reservepositie is zo’n 70 miljoen euro: 27 miljoen ingebracht door voormalig Molenwaard, 43 miljoen ingebracht door voormalig Giessenlanden

En dan de nieuwe gemeente Molenlanden. Is het nu echt zo dat Giessenlanden betaalt voor Molenwaard? Uit bovenstaande beschouwing moet duidelijk worden dat Giessenlanden en Molenwaard een andere manier van begroten hadden. Giessenlanden hield strak vast aan haar ‘gouden standaard’: we doen alles van de reserve en we lenen niks en daarmee houden we de kosten voor de burger in de hand. In Molenwaard was de financiële situatie minder gunstig, stonden leningen uit, moest men nog wat meer lenen, maar wist men het voorzieningenniveau op peil te houden. Ondertussen zijn de aandelen van Eneco verkocht wat de gemeente een ruim 41 miljoen opleverde. De reservepositie schuift daarmee op naar zo’n 70 miljoen euro: 27 miljoen ingebracht door voormalig Molenwaard, 43 miljoen ingebracht door voormalig Giessenlanden. We staan er financieel als gemeente uitstekend voor, de vraag is wat we met die uitstekende uitgangspositie doen. Wat merkt de burger ervan? Hoe gaan wij als gemeente om met het voorzieningenniveau?

OZB omlaag

Duidelijk mag zijn dat we niet hoeven te bezuinigen op het verenigingsleven. Succes is een keuze en als het verenigingsleven de smeerolie van de samenleving is, dan moet daar je keuze liggen. En ja, ik ben ervan overtuigd dat dit college daarin de juiste keuzes maakt. Daarnaast mag het helder zijn dat lastenverlichting voor de inwoners mogelijk is. De wil is er ook bij het college, de worsteling is om de uitgaven structureel naar beneden te brengen, zonder dat dit ten koste gaat van je voorzieningenniveau. Nieuwe keuzes maken dus. Maar er kunnen andere keuzes gemaakt worden, waardoor de lasten voor de inwoners omlaag gaan. Alle inwoners. Eind 2021 zullen we zien of de gemeentelijke lasten, inclusief de OZB in Molenlanden omlaag zijn gegaan ten opzichte van 2018. Dé peiling voor deze coalitie.

Twee werelden

En zeker, wie het Kontakt wekelijks bestudeert en de agenda van de gemeenteraad volgt, zal constateren dat Molenwaardse onderwerpen in Molenwaardse dorpen vaker geagendeerd staan. Dat heeft een deel te maken met de macht van het getal: Molenwaard was nu eenmaal twee keer zo groot als Giessenlanden. Anderszins lijkt het erop dat men in Molenwaard noodgedwongen heeft stil gestaan. Er kon blijkbaar niet zoveel. Die tijd is nu echt voorbij. Dit college pakt door. Alleen is men in Giessenlanden al een tijdje bezig. Of net klaar. Maar de conclusie kan niet zijn dat de aanpak komt door de miljoenen van Giessenlanden. Die staan gewoon veilig op bank of zijn geïnvesteerd in eigen bakstenen. We moeten wel met zijn allen anders gaan denken. Denken in wat we met Molenlanden willen en dat vervolgens ook zo gaan doen. Met onze financiële basis kunnen we gaan voor de beste keuze en als het moet, zijn we welkom bij iedere bank. Laten we het beste overnemen van twee werelden!

Berend Buddingh’

Fractielid Doe mee! Molenlanden