De zaterdag van…

Vandaag staat Adrie Beumken in de schijnwerpers. Voormalig raadslid PvdA in Giessenlanden, nu bestuurslid van Doe mee! en gepassioneerd sportliefhebber. We laten hem aan het woord.

Paspoort
Geboren: 24 april 1955
Woonplaats: Schelluinen
Gezin: 41 jaar getrouwd met Truus en vader van zoon Tomesh (30) en dochter Aranne (27)
Werk: geniet van prépensioen, had diverse functies bij Syndion (organisatie ondersteuning en dienstverlening voor mensen met een handicap)
Vrije tijd: wandelen met Truus, veel fietsen en op zoek naar boeken in de kringloopwinkels. Burgerraadslid en algemeen bestuurslid Doe mee!

Wat gebeurt er op jouw zaterdag?

Voordat ik die vraag kon stellen laat Adrie mij een boek zien en gaat hij vertellen: “Kijk, dat heb ik voor € 0,01 met € 2,95 verzendkosten gekocht. Ik heb nu het internet met 2e hands boeken gevonden. De kringlopen zijn dicht, dus moest ik uitwijken. Truus zegt, dat ik nu eerst maar eens moet gaan lezen, in plaats van kopen.”

Ik dacht, dat jij een sportman was?

Klopt, voetbal en hardlopen. Ik heb het allemaal gedaan. Tussen mijn 37e en 43e heb ik 7 marathons gelopen. Dat begon bij een weddenschap op een verjaardag met vrienden. We spraken af na een biertje. Of waren het er 2? We zouden allemaal voor onze 42e een marathon gelopen hebben. Uiteindelijk was ik de enige, die zover kwam. Eentje kreeg last van de knieën. Mijn broertje Arno zat met een erfelijke aandoening. Hij mocht compenseren met het fietsen van Luik-Bastenaken-Luik, ook geen kleinigheid. En de derde kwam niet verder dan 21 kilometer.”

Jij hebt het met die 7 marathons dus voor de rest gecompenseerd?

Ik vond het gewoon leuk. Ik begon en ik kon niet meer stoppen. Dat was ook met het voetballen zo. Al vanaf het moment, dat ik Truus leerde kennen. Elke dinsdag en donderdag trainen en dan zaterdag de wedstrijd. Die draad heb ik met marathons lopen overgenomen.

Voetbal dus, altijd bij Schelluinen?

Nee hoor, als kind begon ik bij Raptim in Gorinchem. Pas toen ik begin jaren 80 hier kwam wonen ben ik lid geworden bij VV Schelluinen. Ik ben daar nu al 37 jaar lid.

Wat heb je eigenlijk niet gedaan?

“Ik ben nooit gaan wielrennen, want ik houd het niet schoon.” Huh, wat houd je niet schoon? “De fiets.  Als ik klaar ben dan zet ik hem in de schuur en ik haal hem er de volgende keer er weer uit. Dus ik rijd op een damesfiets met dikke banden. Daar rijd ik routes mee door Nederland. Zo ben ik de Afsluitdijk rond gefietst. Ik slaap dan bij https://www.vriendenopdefiets.nl/nl Natuurlijk pauzeer ik bij de kringloopwinkels, heerlijk.”

Dat naar die kringloopwinkels fietsen, doe ik ook in de buurt hoor. Ik fiets dan naar Dordrecht, Zaltbommel, Gouda, Waalwijk, Breda, Utrecht, noem maar op.

Boeken zoeken is minstens zo leuk als het lezen zelf.

En Truus dan? “Die is thuis. Ze heeft een hernia gehad en kan niet hele dagen fietsen. Ze traint wel goed, want ze kan inmiddels 35 kilometer aan één stuk rijden.”

Houd je dan nog wel tijd voor Truus over?

“Ja hoor, we wandelen nu veel samen. De sportschool en de kringlopen zijn dicht en wandelen kan altijd. We lopen veel klompenpaden. Dan ga je over de onverharde wegen en door de weilanden. Je komt op heel bijzondere plekken. Dat wandelen doen we ook met de vakanties. Midweek weg, ’s morgens heet water mee uit het hotel en een appeltje voor onderweg. Op een dag lopen we zo maar 6 uur weg.”

Wat maakt dat wandelen uniek?

“Is bijna hetzelfde als met fietsen. Je doet niks, maar je bent toch lekker bezig. Je zet je hoofd gewoon uit. Met Truus samen blijf ik wel kletsen en de mooie dingen die we onderweg zien delen. Heerlijk ontspannend. Sport is altijd mijn uitlaatklep geweest. Het mooiste na sporten is, dat als je op bed ligt en je lijf net zo moe is als je hoofd.”

Toch ben je een keer uit balans geraakt?

“Ik heb van 2000 tot 2012 tegenslag op tegenslag gehad. Truus kreeg kanker en na haar chemokuur kwam het na 7 maanden weer terug. Toen kreeg ze stamceltherapie en dat heeft haar gered. Vervolgens kreeg mijn moeder dezelfde kanker, leed veel pijn en overleed uiteindelijk. Ook in de politiek ging het niet goed, alles kwam toen bij elkaar.

Ik was aan het einde van mijn psychische latijn zonder dat ik het zelf in de gaten had. Ik had te lang gedaan alsof er niets aan de hand was. Toen Truus hoorde, dat ze kanker had wonnen wij met de PvdA de verkiezingen en heb ik meegeschreven aan het collegevoorstel. Dat was in 2006 en in 2014 ging het mis. Het duurde 2 jaar voordat ik ontdekte wat er was. Ik kreeg toen op een zondag een angstaanval. Op maandagmorgen vertelde de dokter mij, dat het tussen mijn oren zat. Ik ben naar mijn werk gegaan, heb mijn bureau opgeruimd en alle afspraken afgezegd. Ik meldde mij ziek en het was alsof ik van de wereld viel. Ik zat de hele dag op de bank en had het gevoel, dat ik een fantastische dag had gehad.

Dat kon natuurlijk niet. Gelukkig was Truus er en kreeg ik geregeld een schop onder mijn kont. Ook moest ik van de psycholoog allerlei opdrachten doen. Weet je wat het enge was? Ik keek in de spiegel en herkende mezelf niet meer. Truus heeft me er echt doorheen geholpen. Zij heeft me niet de kans gegeven om op de bank te blijven zitten. Samen met de deskundige begeleiding. Ik moest bijvoorbeeld van alles opschrijven. Waar ik trots op was. Dat vond ik niet normaal, maar dat moest ik juist gaan leren.

Uiteindelijk ben ik tot rust gekomen en meer gaan fietsen en wandelen. Niet zomaar, maar bewust. Ik moest leren om mijn zintuigen open te zetten.”

Trots houden we vast hè. Waar ben je trots op in de politiek?

“We hebben geweldige dingen gedaan. Toen met de PvdA en nu met Doe mee! Mooie herinneringen aan de tijd met Ruud, Berend en Betty Piso. Wat was Betty een goed wijf. Ik kende haar uit mijn tienertijd en kwam haar weer tegen bij de PvdA. Haar dochter zei eens tegen me, dat Betty mij als een soort mentor zag. Dat vond ik erg leuk. Ik zei haar altijd: “Jij moet ons scherp houden, jij weet wat er speelt.” En wat kon zij uit de hoek komen, jeminee. Ze kon net als ik niet tegen onrecht.

Ik zat bij de PvdA wel op de lokale golflengte. Ik maakte werkgroepjes in de zorg en zorgde ook voor feedback uit de samenleving. Ik ben raadslid geweest van 2002-2012.

Nu geniet ik ook met Doe mee! Bijvoorbeeld met het rondbrengen van de flyers in de verkiezingstijd. Dat waren topdagen. Het is een mooi stel mensen bij elkaar. Ik geniet van mensen als Cees Heiden. Goede gozer. Zo gemotiveerd en gedetailleerd als hij tijdens het fractieoverleg zijn inbreng kan geven. Zo was ik ook als Adrie 1.0.”

Wat zijn de verschillen tussen toen en nu?

“Ik vond het geweldig, dat Ruud van Rijn belde om te vragen of ik mee wilde doen. Ik kwam Berend en Chris den Haak weer tegen. Toch heeft Truus mij dat duwtje in de rug gegeven om te gaan. Zij zag gewoon hoe blij ik was, dat ik Ruud gesproken had.

Adrie 2.0 is wel anders. Ik doe graag mee, maar dan om de fractie te ondersteunen. Dat past ook als burgerraadslid en bestuurslid.

Het plezierige van Doe mee! is ook, dat ik zie dat er enthousiasme en vertrouwen is in de fractie. Dat ze het goed doen. En dat vertrouwen, dat is mooi hè. 100% er vol voor gaan, daar krijg ik energie van.”

Noot redactie

Op die vraag van de zaterdag zijn we niet teruggekomen. Adrie vertelde aan één stuk door, daar had hij geen motivatie voor nodig.

Over 2 weken komt het laatste interview en misschien wel het verhaal met de grootste uitdaging. Daar mag ik het stokje voor aan Cees Heiden geven, want dan ben ik zelf aan de beurt.

Wilma de Moel