Waarom Grapperhaus gewoon had moeten aftreden
En weer krijgt het aanzien van de politiek een dreun …
Het niet aftreden van de minister van Justitie deze week is de zoveelste dreun die het politieke aanzien krijgt te verduren. En dat is niet iets dat alleen de zoveelste barst in de Haagse kaasstolp creëert, maar het raakt een ieder die actief is in de politiek en het openbaar bestuur. Ook de goedwillende liefhebbers in de lokale politiek. Ook die in Molenlanden.
Te paard en te voet
Zelfs de motie van afkeuring, de milde vorm van de motie van wantrouwen, kreeg geen meerderheid in de Tweede Kamer. De coalitiepartijen met SGP stemden er niet mee in. Wel constateerden iedereen dat de geloofwaardigheid van Ferd ‘Juno’ Grapperhaus een flinke smet op het blazoen heeft gekregen, maar VVD, CDA, D66, CU en SGP vinden dat hij de komende maanden zijn best mag gaan doen om dat vertrouwen weer terug te winnen. Het spreekwoord dat vertrouwen te paard gaat en te voet komt en de kabinetsperiode op zijn einde loopt, dus dat er voor die wandeltocht weinig tijd is, gaat aan deze partijen blijkbaar voorbij. Sorry en nog een keer sorry en nog een keer en tranen … maar uiteindelijk blijft alles zoals het was. O nee, de misstap van de minister gaat er wel toe leiden dat de misstappen van anderen niet meer zullen leiden tot een aantekening op het strafblad. Toch nog winst, sprak de cynicus.
Aflaat
Vertrouwen was een centraal woord in het debat vorige week met de minister van Jusititie. Het vertrouwen in de minister was meer dan zwaar geschonden. Ferd Grapperhaus overtrad tijdens zijn bruiloft met handen en voeten de mede door hem gestelde coronamaatregelen waarin we anderhalve meter afstand moeten houden en geen handen schudden. De minister van Justitie, met in de portefeuille het handhaven van de ingestelde regels, bracht het werk van de BOA’s, de uitvoerders in de handhaving in een onmogelijke positie, maar komt uiteindelijk weg met excuses en een aflaat aan het Rode Kruis (leve de zorg!).
Pluche
Op de sociale media was het al snel duidelijk dat de minister zou moeten of had moeten aftreden. Ongeloofwaardig. Krokodillentranen. De arrogantie van de macht. Klassejustitie. En tegelijkertijd constateert ‘men’ dat er niets nieuws is aan het front: de politieke elite blijft zitten waar ze zit. Het pluche lijkt onweerstaanbaar. En de minister die als een redelijk onafhankelijk denker zijn entree maakte 3 jaar geleden, op zijn woorden terug moest komen omdat hij nog moet wennen aan het politieke handelen, die blijkt nu, anno 2020, al zo gehecht aan zijn plek, zo overtuigd van zijn eigen kwaliteiten, dat hij aftreden geen optie vindt. Zelfs niet als het symbolisch zou zijn. Want Ferd Grapperhaus is onmisbaar. Volgens Ferd Grapperhaus en zijn politieke vrienden.
Dividendbelasting
En daarmee bevestigen Ferd en de meerdheid van politiek Den Haag het beeld van de politiek nog maar een keer. Graaiers die er voor zichzelf zitten, politici die regels en wetten opstellen waar ze of voordeel van hebben of zich niet aan hoeven te houden. Plucheplakkers die niet weten wat er in het land leeft. Nadat Mark Rutte twee jaar geleden zijn vrinden van Unilever en Shell via de dividendbelasting een paar miljard wilde toeschuiven ten koste van het onderwijs, de zorg en noem maar op, daar bevestigt Grapperhaus nog maar eens het negatieve beeld van politici en bestuurders. Iedereen die zich niet aan de corona-regels is een aso, maar voor Ferd gelden de regels niet. Die fotograaf in de bosjes is misschien niet netjes, maar zijn foto’s maakte in één klap duidelijke dat er geen moment bij Ferd en zijn gasten over de anderhalve meter is nagedacht. Politici? Ze zitten er alleen voor zichzelf.
Qbuzz
En ja, ook in Molenlanden zitten politici. Raadsleden en wethouders. Mensen die hun best doen om wat van deze gemeente te maken. Met vallen en opstaan. Want ook in onze gemeente kan niet alles. Niet iedere vergunning wordt verleend. Sommige dossiers lopen wel heel lang. En veel van wat we doen, is een soort huiswerk, waar je niet heel vrolijk van wordt. Laat staan dat de krant het boeiend vindt. Dus ook regionaal bewegen we op de golven van de incidenten waar de politiek niet persé een mooi beeld laat zien. Een college dat een zogenaamde ondernemer campinggasten laat wegjagen om huisvesting voor arbeidsmigranten als melkkoe te gebruiken. Een meerderheid in de raad die lak heeft aan de meerderheid van de inwoners die wel gewoon op zondagmorgen op een terras willen zitten. Een verbouwing van ‘het eigen’ gemeentehuis voor 4 ton, met straks nieuwbouw van 10 miljoen in zicht, terwijl er nog wel 1,5 miljoen bezuinigd moet worden. Dat zal dan wel weer ten kosten moeten gaan van ons, de inwoners! En waarom moest trouwens dat hele Molenlanden er komen? Toch alleen omdat de dames en heren politici dat wilden? Meer verdienen en minder doen? Maar de Qbuzz rijdt niet meer! Of het allemaal klopt, is niet aan de orde: het beeld staat er.
En daarom had Ferd Gapperhaus gewoon moeten aftreden. Gewoon. Ten tijden van een pandemie de basale regels overtreden (waarschijnlijk waren er ook geen handgelletjes), is voor de minister van handhaving meer dan een doodzonde. Wat was het mooi geweest, als deze minister, waar veel lof voor was tot zijn misstap, gewoon had gezegd: ik heb een fout gemaakt, die ik niet had mogen maken, ik treed af. Een ieder had gezegd: hoe kun je zo dom zijn, maar respect voor zijn beslissing. En mocht het CDA in een nieuwe kabinet terugkeren, dan had hij met opgeheven hoofd kunnen terugkomen. Maar zo zijn politici niet. Die zitten er namelijk alleen maar voor zichzelf. Zelfs Juno Grapperhaus.
Het is zonde. Voor het aanzien voor de politiek. Ook op lokaal niveau.
Berend Buddingh’