De zaterdag van….

Vandaag is het de zaterdag van Mario de Lijster. We hebben een gesprek aan de keukentafel en krijgen als eerste het geboortekaartje en foto’s van kleindochter Norah te zien. Als we geen vragen hadden gesteld, dan was het een verhaal over Norah geworden. Haar opa is nieuw raadslid en vertegenwoordigt Doe mee! in de Molenlandse raad vanaf 2 januari 2019.

Paspoort
Geboren: 16 september 1963
Woonplaats: Goudriaan
Gezin: getrouwd met Tineke, vader van Manon (28), Ciska (24) en kersverse opa van Norah (4 weken)
Werk: Portfolio Manager Ziekehuizen bij Ascom BV op het gebied van zorginnovatie.
Vrije tijd: Klussen in huis en tuin.  Knutselen aan en rijden met motorfietsen, helpen in Goudriaan en bestuurslid van de Oranjevereniging.

“De afgelopen periode was voor mij en oma Tineke nogal hectisch en spannend. Norah is ons eerste kleinkind en werd geboren na 27 weken zwangerschap van dochter Manon. Manon moest plotseling en met spoed opgenomen worden in het UMC Utrecht. Daar kwam Norah op 5 juni ter wereld en ze woog 870 gram.

De kleine meid ligt nog altijd met de nodige medische apparatuur in de couveuse, maar het gaat gelukkig goed met haar. Ze weegt inmiddels ongeveer 1400 gram en de opa en oma maken het goed 😉  Het blijft spannend, maar Norah en Manon zijn in goede handen van de zorgspecialisten.”

Hoe was jullie zaterdag vóór Norah?

“De zaterdag begint meestal rond half 8 met een gezamenlijk ontbijt op het terras. Ja, zomer én winter. Zo vroeg? Ja, dat komt omdat Tineke in de zorg werkt en vroeg begint. Dan lukt dat ontbijt samen niet op werkdagen. En na het ontbijt spit ik dan de krant door. Van voor naar achter en weer terug. Dan is het tijd om alle klussen die zijn blijven liggen op te pakken. Grasmaaien, een boodschap doen, de dakgoot leeghalen. Je kent het wel. Als ik dan nog een uurtje over heb, dan sleutel ik graag aan mijn 34 jaar oude Kawasaki motor. Daar is altijd wel wat mee en bij gebrek aan nieuwe onderdelen kan ik daar mijn creatiiteit wel in kwijt.  Rijden doe ik vooral op speciale plekken en het liefste op het circuit in Assen, Zandvoort, Spa of Zolder. Ik ben inmiddels op de meeste circuits wel meerdere keren geweest.”

Dat klinkt professioneel. Werken aan een polepositie?

Lachend: “Daar ben ik met mijn postuur van 1 meter 93 en 110+kilo niet aerodynamisch genoeg voor. Geen wedstrijden dus. Wel gewoon genieten van het ritme en werken aan een betere techniek. Waar ik ook van kan genieten, dat is motorrijden in alle rust. Helemaal alleen lange ritten in de bergen maken. Het liefste in de Dolomieten. De rust, de ruimte en de mooie omgeving daar zijn nergens mee te vergelijken. Motorrijden zit wel bij ons in de familie.  Mijn broer en zus rijden en onze moeder reed in de jaren 50 en 60 ook motor, veel ritten naar Zwitserland en Italie.

Precies één jaar na haar overlijden ben ik ‘s morgens vroeg in Italie van een bergpas in een half uur met een niet draaiende motor naar het dal “gezweefd”.  Die afdaling werd heel speciaal. De stilte en serene rust van die ontluikende dag, bocht na bocht, kilometer na kilometer. Ik voelde me volledig verbonden met de omgeving en was alleen nog maar benieuwd naar de wereld na de volgende bocht. Op dat moment besefte ik dat mijn moeder dat zelfde gevoel 50 jaar eerder ook gehad moet hebben. Een gevoel dat we blijkbaar, ook na haar overlijden, nog deelden.”

Met je moeder kunnen we een mooie brug naar het verleden maken. Je bent oud Rotterdammer hè?

“Ik lijk misschien een stadsmens, maar dat ben ik niet. Ik ben geen Rotterdammer, maar een IJsselmondenaar. Daar ben ik opgegroeid. Voor 1941 was IJsselmonde een zelfstandige gemeente met veel agrarische bedrijven. Mijn grootouders en later mijn ouders hadden een melkveehouderij in een mooie monumentale boerderij “Op Hoop Van Zegen”. Door de expansiedrift van Rotterdam tussen de jaren 1960 en 1980 ontstonden de wijken Groot IJsselmonde en de Beverwaard. De landbouwgronden moesten plaats maken voor woningbouw en bedrijven. Er was dus voor de boerderij geen plek meer.”

 

Wat deed dat met je?

“Ik heb mijn jeugd doorgebracht op een boerderij met veel ruimte en vrijheid. Ik weet van mijn vader wat boeren is en ik heb ervaren wat stoppen met boeren betekent. Ik was op de scholen meestal de enige leerling, die van een boerderij kwam. Dat was best uniek en ik moest altijd uitleggen, dat ik echt in Rotterdam én op een boerderij woonde.

Toen ik Tineke leerde kennen zijn we na onze studies in Ridderkerk gaan wonen. Ik ging elektronica voor onderzeeboten ontwerpen, switchte na enkele jaren naar de overheid en kwam als beleidsmedewerker bij de gemeente Ridderkerk terecht. Vanuit die rol ben ik in de telecommunicatie en ICT terecht gekomen en zat dus veel op kantoor achter PC’s en in vergaderzalen.

Toch miste ik de ruimte en de vrijheid. Mijn schoonmoeder komt uit Nieuw-Lekkerland en toen we 4 jaar geleden besloten om in Goudriaan te gaan wonen, voelde dat als thuiskomen. Weer uit je raam kijken en overal polder zien.”

Net zo’n grote stap als de stap naar de politiek?

“In Ridderkerk heb ik 6 jaar gewerkt als gemeenteambtenaar. Daar leerde ik hoe de gemeentestructuur en de politiek ten opzichte van elkaar bewogen.

Dat mechanisme interesseerde me en toen ik net in Goudriaan woonde zag ik in Het Kontakt een oproep voor een cursus: “Kruip eens in de huid van een raadslid”. Ik deed mee en tijdens de laatste avond speelden we een heuse raadsvergadering met de raadsleden van Molenwaard en Giessenlanden. Daar kwam ik Joke van de Graaf van Gemeente Belangen Molenwaard tegen en zij verleidde mij om een fractieoverleg bij te wonen. Daar werd ik meteen enthousiast van de sfeer.

Ik vind, dat als je ergens woont, je ook moet bijdragen aan de omgeving. Iets nuttigs doen en helpen. Samen met dorpsgenoten de belangrijke onderwerpen bespreken en samen plannen maken. We wonen in een unieke gemeente en alleen een lokale partij kan dat unieke uitdragen en bewaken. Zo dicht bij de inwoners kan een nationale partij nooit komen. Zij hebben hun landelijke belangen die meewegen. Die dubbele pet past mij niet. Zo ben ik nooit meer weggegaan bij Gemeentebelangen en terecht gekomen bij Doe mee!”

Wat bedoel je met uniek?

“Gemeente Molenlanden heeft 19 dorpen en de stad Nieuwpoort. Allemaal hebben ze hun eigen identiteit. Die identiteit is in de loop van de afgelopen eeuwen gevormd. Vanuit een eigen zelfstandigheid met een eigen bestuur en eigen ontwikkelingen.

Ik ga weer terug IJsselmonde. Dat is nu niet meer te herkennen en haar eigen identiteit is volledig opgegaan in Rotterdam. Zij hebben alleen de foto’s nog.

In Molenlanden is Goudriaan geen Kinderdijk en Arkel geen Groot-Ammers. Ik vind het leuk en belangrijk om voor die specifieke identiteit en dorpsbelangen samen met de betrokken inwoners op te komen. Daardoor kunnen best tegengestelde belangen ontstaan, maar dat maakt ook juist het verschil”

Betekent dit, dat je als raadslid met alle winden mee moet waaien?

“Nee juist niet. Je moet duidelijk zijn in je standpunten en de inwoners uitleggen, waarom je de dingen doet zoals je ze doet. En mensen helpen waar nodig. Want door regelgeving, technologische en sociale vernieuwing is het tegenwoordig best lastig om een gefundeerde mening te vormen. De meningen van anderen rollen over je heen, maar of de achterliggende feiten kloppen is steeds lastiger te zien.

En ik vind dat iedereen recht heeft op een eigen mening, maar niet op zijn eigen feiten. Met inwoners eerlijk en open die feiten in kaart te brengen, is wat mij betreft een belangrijke manier van invulling geven aan het raadlidmaatschap. “

Hoe bevalt het leven als raadslid?

“Het opstellen van de kieslijst voor de verkiezingen in 2018 deden we bij Doe mee! met elkaar. Ik wilde een plek bij de eerste 10, maar stelde me bescheiden op, dus stelde voor dat ik op plek 11 of 12 werd gezet. De rest wilde echter voor de nieuwe politiek ook een nieuw gezicht met een frisse blik bovenin. Zo ben ik op plek 3 terecht gekomen.

Ik denk in oplossingen en als ik iets doe, dan stel ik hoge eisen aan mezelf. Het kan altijd beter. Ik blijf net zolang zoeken, totdat het werkt. Net als bij de motor. De zaken van verschillende kanten bekijken en benaderen, vind ik belangrijk. Ik ben woordvoerder van de onderwerpen Regionale Energie Strategie (RES), Slingerlandse Plassen, glasvezel, monumenten en cultuur en erfgoed. Die passen inhoudelijk ook bij me. Ik ga binnen deze onderwerpen ook op zoek naar feitelijkheden. Eerst de bewezen waarheid en dan de meningen. Ik ben op zoek naar wat de inwoners raakt en probeer zoveel mogelijk hun mening te vertegenwoordigen in de raad.”

Dat klinkt alsof het allemaal vanzelf gaat?

“Dat is niet waar hoor. Het debatteren vind ik soms wel lastig. Zeker als ik onvoldoende weet van het onderwerp. Ik stel dan liever de waarom- en hoe- vraag, want ik wil het snappen. Daarom moet ik wel eens wennen aan het gemak, waarmee sommige politici de feiten aan de kant kunnen schuiven.

Dus, ik heb het naar mijn zin, maar doordat ik me goed wil inlezen kost het veel tijd. Het is leuk om jezelf uit te dagen en jezelf opnieuw uit te vinden. Het is niet altijd gemakkelijk, maar je moet alles in het leven een keer geprobeerd en ervaren hebben. Geen enkele last van sleur in ieder geval! En hoe de combinatie raadslidmaatschap en opa te maken is, gaan we de komende tijd uitvinden“