De zaterdag van is een serie portretten van de mensen van Doe mee! Molenlanden. Op de zaterdag vertellen zij hun verhaal aan de keukentafel of buiten in de tuin. Ze vertellen je over wat ze doen op die zaterdag én ze laten je kennismaken met de mens achter het gezicht.

Dit portret is een onderdeel van ons zomerprogramma. We willen namelijk graag met jou in contact blijven. Nu je ons we vanwege corona niet op de markten in Molenlanden kunt spreken komen we onder andere op deze manier naar je toe. We trappen af met Joke Stravers, fractievoorzitter van Doe mee!

Paspoort

Geboren: 28 maart 1960

Woonplaats: Groot-Ammers

Werk : gehandicaptenzorg

Vrije tijd: sport, lezen en gezelligheid


“Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen”

“Zaterdag is voor mij de eerste vrije dag na een week werken. Ik start rustig met een ontbijt, koffie en de krant op zijn zaterdags, uitgebreid dus. Dan komen de klusjes in het huis. Schoonmaken en de was. Die was draait wel een aantal keren op zo’n zaterdag. Dan is het tijd voor de vergeten boodschap en dat kadootje. In de middag komt er dan tijd voor een stukje ontspanning. Lekker in de tuin zitten met een tijdschrift, stukje wandelen of hardlopen. Nee, geen politiek op de zaterdag. Tenzij we in de zomer of verkiezingstijd voor Doe mee! op pad gaan. Dan ben ik flexibel met de was hoor. Die verhuist dan naar een andere dag. De avond is voor de feestjes. Behalve nu in corona tijd. Dan wordt het met een boek of leuk tv-programma op de bank. Geen politiek op zaterdag dus. Sport en politiek is voor de zondag. Fietsen en de stukken doorlezen. ”

Wat typeert jou als mens?

“Ik kan relativeren, neem de dingen zoals ze zijn. Ik kan alles in perspectief zetten. Carpe diem, pluk de dag past bij mij. Daar voeg ik positivisme aan toe. Ik zie vooral de mogelijkheden, beren kom ik onderweg niet tegen. Dat heeft natuurlijk een keerzijde. Daar moet ik dan wel over nadenken, wat dat precies is. Ik zie die beer namelijk niet. Soms overschat ik de situatie en ben ik naar anderen niet altijd inlevend. Voor mij is er altijd licht is aan het einde van de tunnel.

Verder ben ik erg praktisch. In de politiek kan ik daar wel wat mee. Als fractievoorzitter kan ik koppelingen maken door mensen in hun kracht te zetten. Dat gebeurt zo natuurlijk, dat ik dat niet eens bewust doe. Ik zoek de mensen, die passen bij uitdagingen. De processen laat ik op de achtergrond, want ik wil korte klappen maken. Geleidelijkheid duurt mij dan soms te lang, daar heb ik dan het geduld niet voor. Aan de andere kant lukt het me zo wel om dingen in beweging zetten.

Geduld, ja en nee. Heb ik dus eigenlijk niet, maar toch wel. Ik ben energiek en als ik iets wil, dan moet dat meteen gebeuren. Als ik anderzijds iemand nodig heb, dan hoef ik niet zo nodig op de voorgrond en gun ik die ander het succes.”



Wat is het beste advies, dat je ooit hebt gekregen?
“Iemand zei me eens: Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. Ik heb dit in de politiek geleerd. Je kunt wel iets aantonen, maar de wezenlijke vraag is of anderen meekomen. Ik ben zo meer grijs, dus minder zwart-wit gaan denken. Daarmee bedoel ik, dat ik ruimer ben gaan denken in mogelijkheden. Ik ben me bewuster geworden, dat je compromissen moet sluiten als je met een groep wilt komen tot consensus (red: overeenstemming). Het heeft me ook iets geleerd. Ik heb geleerd om te denken in het grijze vlak om het hoogst haalbare te bereiken. Het doel moet helder zijn, maar dit proces heb je nodig voor het beste resultaat.”

Wat wil je voor jouw gemeente betekenen?
“Ik heb bewust voor een lokale partij gekozen, omdat lokale politiek begint bij de inwoners. Gezamenlijk vorm geven aan de woon-en-leefomgeving, van onderop bouwen aan de gemeente waar we wonen, werken en recreëren. Daar ligt de prioriteit en wil ik een invulling aan leveren

Een voorbeeld is de start met samenlevingsprogramma en de opzet van de dorpskaarten in deze eerste raadsperiode van Molenlanden. Geen coalitieprogramma dus, maar het initiatief vanuit de inwoners om het programma te maken. Daar gebeurt het en daar start het. Het moet niet, het mag. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de inwoners zelf, want zij kunnen zelf meewerken om het samenlevingsprogramma uit te voeren. Ik zet me dan ook in om bewoners daar bewust van te maken.

Dit is toch wel mijn kindje en dat koester ik. Dat kindje heeft ruimte, aandacht en de mogelijkheid nodig om op te groeien. Ik heb de inwoners nodig om het kind volwassen te laten worden. In de politiek zie ik, dat dit nieuw is en dat we er allemaal aan moeten wennen. Als de aandacht komt, dan gaan we ook zien dat het belangrijk is en bepalen de inwoners wat-wel-en-wat-niet uitgevoerd kan worden.”